dinsdag 27 september 2016

GROTE ZEEHELD IN ANNAPOLIS


We zijn momenteel in de Chesapeake Bay. Dat is een circa 160 mijl lang binnenmeer in de staten Delaware, Maryland en Virginia. Aan de zuidzijde is de baai open naar de oceaan en aan de noordzijde is een kanaal gegraven dat de baai verbindt met de Delaware Bay, via welke wij de Chesapeake zijn ingevaren. In juli voeren we ook al via de Chesapeake, toen crosten we er in drie lange dagen doorheen op weg naar New York. Nu doen we het rustiger aan.


Twee imposante bruggen over de Chesapeake Bay, bij Annapolis

Op het grote open water van de Chesapeake Bay komen veel kreken en riviertjes uit. Dat maakt het een prachtig vaargebied, waar je zo al een jaar zou kunnen rondvaren. Veel riviertjes vertakken ook weer in meerdere kreken. Allemaal zo prachtig, met ontelbaar veel heerlijke woningen op ruime kavels aan het water. We ruiken naaldbos. Heerlijk. Ik vind het de ultieme combinatie: bossen, heuvels en vaarwater. Hier zou ik wel willen wonen, helaas hebben we dit soort gebieden niet in Nederland. Op onze weg naar het zuiden stoppen we op een aantal zijriviertjes. Met grappige namen zoals de Sassafras River. 


Antares als bovenboei voor de Optimisten training
Soms moet je echt even denken waar je ook al weer ligt. Zo liggen we een nacht in een kleine inham van een zijkreek, van weer een zijkreek, van een verzamelkreek, die uitmondt in de Patuxent River, die weer uitmondt in de Chesapeake Bay, die tachtig mijl zuidelijker de oceaan instroomt. Ben je daar nog, beste lezer?

We bezoeken Annapolis, de centrale plek van de zeilsport op de Chesapeake. Voor even zijn wij de centrale plek van de zeilsport, als Antares als bovenboei worden gebruikt voor een wedstrijdtraining voor optimisten.



ONEERLIJK VERDEELD...
Terug naar begin september. Donderdagavond de 8e genieten we in de kuip voor de laatste keer van alle lichtjes van Manhatten. Morgen volgt ons onherroepelijke vertrek. We hadden nog zo graag langer gebleven! 


Quirijn probeert de avond voor
vertrek uit NYC een nieuwe
methode om zijn pannenkoek
af te koelen uit.
En dan lijkt die wens te worden ingewilligd, als we uit onze ooghoek met hoge snelheid een zeilboot zien naderen die -Boem- op onze voorpunt botst. Mijn eerste gedachte terwijl we na de harde klap naar het voordek lopen... 'duurt minimaal een week voor dat herstelt is en we weer verder kunnen...'. Enigszins teleurgesteld (...!) constateer ik dat we naast wat kleine dingen weliswaar een forse schade hebben aan de boeg, maar dat dit ons vertrek niet in de weg hoeft te staan. Nee, dan komt onze opponent er beter vanaf... zijn romp is zwaar beschadigd en een losgerukte stag zweeft doelloos boven dek terwijl de twee opvarenden de mast met lijnen proberen vast te zetten. Het is oneerlijk verdeeld in de wereld... ;-).

De volgende ochtend spoelen we de Hudson River af, zwaaien naar Miss Liberty en ankeren in Atlantic Highland, om zondag 11 september over zee te vertrekken naar Cape May. We zijn weer op de weg naar het zuiden. Achter ons zien we nog uren lang de skyline van New York, zo geweldig indrukwekkend! Wat is het toch jammer dat we op de heenweg hier 's nachts mist hadden, we hadden de hoop om dan al, tientallen mijlen voor New York, de lichtjes van Manhatten te zien.

EINDELIJK WEER EENS ZEILEN
Mooie zonsondergang onderweg naar Cape May
De dag begint met tegen de 20 knopen wind zodat we eindelijk weer eens kunnen zeilen. Lekker hoor, dat is zo lang geleden! Grootzeil op, voorzeil uitgerold en dan de wind maar volgen die schuin van achteren inkomt. Er staat nog een lange trage deining uit het zuiden, de overblijfselen van orkaan Hermine. Het is bizar druk; om ons heen varen wel zeven andere zeilboten, allemaal net als wij naar Cape May. Ook dat vanwege Hermine, iedereen heeft gewacht tot zij was uitgeraasd.


Quirijn loopt in de avond samen
met Walewijn wacht
Helaas zakt in de loop van de middag de wind weer in en komen we nauwelijks nog vooruit. Dat heeft ook te maken met de aangroei onder onze boot, het is al meer dan een jaar geleden (Trinidad) dat we nieuwe antifouling op het onderwaterschip smeerden, dus die is opper dan op. De motor gaat weer aan en zo varen we de nacht in. 

Onze wachten verlopen erg rustig en maandagochtend zijn we 115 mijl opgeschoten en ter hoogte van Cape May. We besluiten direct door te varen de Delaware Bay door, die 60 mijl naar het noorden voert richting het Delaware Kanaal. Het twaalf mijl lange kanaal was in 1829 gereed, maar volgens de overlevering werden de eerste plannen geschetst in 1661, door 'Dutch mapmaker Agustine Hermann'. Kijk, dat lezen wij graag, ook al klinkt zijn naam allesbehalve Dutch. Het kanaal vormt de verbinding met de noordkant van de Chesapeake Bay.


Antares op het Delaware Kanaal (Foto Ebijmar)

VLIEGEN MEPPEN
De Delaware Bay staat bekend om enorme hoeveelheden vliegen, die nog steken ook, zelfs dwars door kleding. Op de heenweg hebben we er al kennis mee gemaakt en ook nu kunnen we onze meptechniek oefenen. Het is een smerig verhaal. Met een slipper werkt het beste, maar met je hand gaat ook goed. In de kuip gebruiken we voornamelijk de slippermethode. Als je er een gedood hebt, is het beste om die te laten zitten. Andere vliegen storten zich namelijk op hun dode kameraad om daarvan te eten ofzo... en zijn dan minder allert. Die vliegen mep je dan weer makkelijk dood boven op de dode vlieg en zo ontstaat een hoopje waar weer nieuwe vliegen op afkomen. Er zit ook bloed in de vliegen, dus het is een zwarte met rode brij... we voegen maar even geen foto's toe. Binnen slaan we met de hand en hebben onze techniek zo geoptimaliseerd, dat de vlieg wel dood is, maar geen sporen achter laat op het lakwerk.


Zonsopkomst ter hoogte van Cape May. Mooie dag, we varen verder de Delaware Bay op.


Negeren helpt maar eventjes, dan word je weer gek van die dingen. Ik heb een lange broek aan met de broekspijpen in sokken, een trui met lange mouwen, sjaal om mijn nek en pet op mijn hoofd. Omdat we afgelopen nacht wacht liepen, proberen we nog wat bij te slapen maar dat lukt niet vanwege de vliegen, ook niet als ik een soort tentje heb gebouwd van doeken en lakens, want dan zitten er natuurlijk nog een paar vliegen in de tent en als ik die probeer te pakken, stort de hele tent weer in.

We zijn de tel een beetje kwijt geraakt, maar in de kuip scoren we tussen de zestig en tachtig vliegen en in de kajuit rond de vijftig. Ach, het geeft mooie afleiding, want het varen over groot open water, waar je alleen maar zee ziet, dat heb ik nu we ruim twee jaar onderweg zijn wel zo'n beetje gezien. Voor mij tellen vooral nog alle mooie plekken die we bezoeken, de mensen die we ontmoeten en ik vind het nog steeds geweldig om door gebieden te varen waar we dicht langs land varen, en dus ook veel te zien hebben. Maar dat was je, als je ons blog een tijdje volgt, vast al eens opgevallen.


Klassieke zeilschepen onder de maan voor Annapolis


NAVY ACADEMY
In een paar stappen varen we naar Annapolis. Het is een erg fraai oud stadje, met een wat Engelse sfeer. De U.S. Naval Academy (Amerika's marine opleiding met 4400 studenten) huist er ook en ondanks de hoge muren, blijken we de campus te mogen bezoeken. Dat doen we direct, hoewel ik tussen alle uniformen wel erg under dressed ben met mijn te lange en al dagen niet gewassen haar, spijkerbroek met gaten, oud en vaal t-shirtje en op mijn slippertjes. Een paar dagen later gaan we nog een keer en trek ik maar even een overhemd aan.



Typisch Amerikaanse lunch in de Navy kantine
Het terrein straalt grootsheid, heldendom en traditie uit, wat onder meer in de architectuur naar voren komt. 

Het hoofdgebouw heeft wel wat weg van het zomerpaleis van de Russische tsaar, en de kapel roept associaties op met de kathedraal van Chartres en biedt plaats aan 2500 gelovigen. Klassiek alsof het allemaal ergens in de 18e eeuw gebouwd is, maar grotendeels na 1900 gerealiseerd. 

We kunnen ons goed voorstellen dat deze stijl helpt om het juiste gevoel van macht en onoverwinnelijkheid te creëren bij de studenten. 
Indoor sport faciliteiten
Net als de verering van oude Navy helden en van oud studenten die het helemaal gemaakt hebben. Zo leren we dat de school 53 astronauten heeft voortgebracht, 24 Members of Congres, 2 Nobelprijs winnaars, 9 commandanten van het Navy corps en 1 president (Jimmy Carter).

Er zijn heel, heel veel sportvelden en overal zien we sportende studenten. Het is een prachtig mooie campus. 

De memorial zaal doet aan Versailles denken

De huidige directeur van de Navy Academy woont op het terrein in een immense villa en aan hem persoonlijk moeten we eigenlijk toestemming vragen voor de plek waar wij Antares hebben geankerd. Maar dat doen we niet en als de wind de volgende avond naar het oosten draait, vertrekken we als een vijand in de nacht naar een baai een kleine mijl verderop. Zou de Navy ook het weer in de baai beheersen?


Motto van de US Navy




We bezoeken een grote klassieke evenementenhal met aan het plafond nog een vliegtuig van de gebroeders Wright uit 1917.

Verder een museum over de heldendaden van de Amerikaanse marine met veel modelboten die ter plekke worden gebouwd (werk je bij de marine...), een grote kapel en een herdenkingsruimte in de stijl van de balzaal van Versailles. 

Om twaalf uur staan we paraat voor de 'noon meal formations'; een soort wisseling van de wacht met circa 400 studenten in uniform die paraderen onder begeleiding van de marinierskapel. Een fraai en indrukwekkend gezicht.


12.00 uur. Groot theater met fanfare muziek... ter aankondiging van de lunch.

Een 'Wright Biplane', een van de eerste productie vliegtuigen van de gebroeders Wright.

---- ---- ----
Zo. Dat was het belangrijkste wel voor deze keer. Alles hieronder gaat maar over een man. Maar dat is dan wel de grootste held die ooit geleefd heeft... Zo'n beetje.

DAT WE DIE NIET KENDEN ZEG...!
We kwamen op het terrein al een aantal verwijzingen tegen naar een zekere John Paul Jones. Wij hadden zijn naam wel eens eerder gelezen, maar kenden de beste man niet, maar tjonge, we vragen ons nu af hoe we veertig jaar hebben kunnen leven zonder zijn naam de hele dag ronkend onder onze hersenpan?! Wat een... HELD... zeg.

Nieuwsgierig volgen we in de kapel een bordje dat naar de allerlaatste rustplaats van Sjon verwijst. 


De kapel.
Misschien leren we daar ook wel iets over zijn daden, dus laten we eens kijken. Het wijst ons naar een deur en via een trappetje staan we buiten, naast de kapel. We zoeken op het grasperk naar een graf- of gedenksteen of zo, maar vinden niets. Dan zien we trap naar de kapel kelder. Hmmm, misschien hangt daar een memootje die iets over onze Johnny vertelt?

Door twee met goud belegde deuren betreden we een marmeren gang met gouden biezen die ons in een ronde ruimte brengt met zwart-met-witte marmeren kolommen, marmeren vloeren, muren en plafond. We worden even stil van zo veel glamour. Dan zien we in het midden, tussen de zwarte kolommen, een immense sarcofaag in zwart en wit marmer, ondersteund door vier bronzen dolfijnen, verlicht door talloze spots en omringd door teksten in gouden letters ingelegd in het witte marmer.

Goudkleurige kabeltouwen met bronzen paaltjes voorkomen dat te uitzinnige fans de Heilige in zijn allerlaatste rustplaats storen, al kunnen die toch al niet bij deze Keizer Van De Oceaan komen vanwege een tweede cirkel van marmer met bronzen balustrade die de toeschouwer slechts een glimp gunt op Onze Goddelijke Hoogheid.


HOE LIGGEN ANDEREN ER BIJ?
Onze hersenen trekken automatisch een laatje open en tonen in gedachten de laatste rustplaats van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Het graf dat daar zo om-de-hoek-tegen-een-muurtje staat. Je kent het wel. Ai, dat is geen vergelijk. Het laatje Napoleon gaat open, Parijs. Dat lijkt er meer op. We moeten John Paul Jones dus niet vergelijken met Michiel de Ruyter, nee dat is een belediging voor Jones. Hij is van het kaliber Napoleon Bonaparte. Hier ligt dus... de Keizer Van De Oceaan.


Allerlaatste rustplaats Jones


HELDENDADEN
Gek dat we daar buiten Amerika nooit zo veel over hebben gehoord. Natuurlijk, John Paul Jones is wel een bekende naam, maar dat de man zo groots was...? Tijd om zijn oeuvre er eens bij te zoeken. In het museum op het Navy terrein leren we over de heldendaden van de oceaankeizer. 


De in Schotland geboren Jones voer als huurkapitein voor diverse naties over de oceanen. We hebben het dan over tweede helft 18e eeuw, rond de periode dat de Verenigde Staten zich onafhankelijk verklaarden. In Frankrijk kreeg Jones een schip toegewezen waarmee hij rond Engeland voer. Aan de Engelse oostkust raakte hij in gevecht met een Engels schip. Dat duel staat op een huizenhoge muur stap voor stap uitgelegd. Bottom line: hoewel het schip van Jones van minder kaliber was dan het Engelse, won hij het duel.

...

Dat is het.

Ja, dat is alles.

Echt, er komt niets meer.

...

Nou, zo verbijsterd waren wij dus ook.

Knap hoor, dat hij met een minder sterk schip dat Engelse schip overmeesterde, maar voor zo ver onze gebrekkige historische kennis ons niet voorliegt, menen wij te weten dat dit in die dagen wel vaker voorkwam. We lezen ook dat Jones de eerste kapitein was die de Amerikaanse vlag op zijn schip voerde. Tja, dat kan best natuurlijk, maar, zo vragen wij ons dan af, hoe weet je nou zo zeker dat hij echt 'de eerste' was, en niet 'een van de eerste'. Dat kun je na zo veel tijd natuurlijk erg makkelijk roepen, niemand die het kan ontkrachten.

HOE HET VERDER GING
Jones voer later nog voor de Russen en overleed in 1792 in Parijs. Hij werd begraven op een in Parijs en vergeten. Tot ca 1900. Dit was de tijd, weet je nog, dat Theodore Roosevelt president was. Die Roosevelt die Amerika op de wereldkaart wilde zetten. De tijd waarin Roosevelt en consorten het Central Station in New York lieten bouwen. Grootser dan in de wereld ooit was vertoond. En de Public Library. Afgeleid van 's werelds grootste bibliotheken, zoals die van Londen en Constantinopel. En het was de tijd... dat Roosevelt opdracht gaf om de grootste marinevloot ter wereld te bouwen.

VERGADERING
Ingang naar de kapel uit 1903-1908.
Zou het... misschien...... heel misschien, zo kunnen zijn gegaan... dat in de Monday-morning-meeting tussen Roosevelt en Navy... nadat Roosevelt zijn plannen voor de grootste marinevloot ter wereld ontvouwde... heel misschien een van de Navy mannen zijn vinger opstak en, wellicht zonder er van te voren te veel over na te denken, en misschien wel tot schrik van zijn meerderen, sprak... 'mijnheer Roosevelt, de grootste marinevloot ter wereld, die kan niet zonder held. Een icoon, wiens naam en daden gelijk staan voor Heldendaad. En Overwinning. Iemand zo groots, zo veel groter dan ons allen hier vandaag bij elkaar, dat wij Hem nooit en te nimmer zullen vergeten. Een Held die, nu en tot in den eeuwigheid, alle US Navy mannen* inspireert en aanspoort om het uiterste uit zichzelf te halen en hen vervult met trots en emotie bij de gedachte om in Zijn voetspoor (kielzog) te mogen treden...?'

*) en vrouwen, maar dat kwam pas veel later.

Ja, zo moet het zijn gegaan. Roosevelt heeft vast instemmend geknikt, waarna hij de twintig aanwezige Navy mannen vroeg welke held zij dan wel in gedachten hadden. Het moet stil zijn geweest in de vergaderzaal. Oorverdovend stil. Lange tijd. Een lepeltje valt op een koffieschoteltje, iemand schuift ongemakkelijk op zijn stoel. Verder allen die stilte. Oorverdovende, lang aanhoudende stilte.

Roosevelt, enigszins uit het veld geslagen door het verloop van de vergadering, zal na afloop een telegram hebben doen uitgaan naar alle Amerikaanse ambassades in de wereld. Met daarin de oproep om te zoeken naar...

We weten niet of het werkelijk zo gelopen is. Wat we wel weten, is hoe ene John Paul Jones van zijn laatste rustplaats op een begraafplaats in Parijs is gelicht en in zijn allerlaatste begraafplaats in Annapolis kwam. Dat ging zo...

GROTE ONTDEKKING!
Bijzetting Jones door Roosevelt
Generaal Horace Porter was, begin vorige eeuw, ambassadeur voor de Verenigde Staten in Parijs. Hij was het, die in 1905 de laatste rustplaats van Jones ontdekte op een Parijse begraafplaats. Wereldnieuws. Na de ontdekking werd Jones in Frankrijk met grote plechtigheid opgegraven en naar de USA verscheept. Daar werd hij groots ontvangen. Natuurlijk werd Jones bijgezet in de Naval Academy Chapel, waarvan de bouw -o, hoe toevallig!- net een jaar voor zijn ontdekking was begonnen en die tot 1908 zou duren. Theodore Roosevelt was er uiteraard bij om de officiële  bijzetting van (de vermoedelijke) Jones te verrichten.


'Vermoedelijk' ja, want helemaal zeker is het niet dat het stoffelijk overschot onder de marmeren deksel daadwerkelijk Jones is. Franse administratie (Jones overleed in de onrustige jaren na de Franse revolutie, een tijd waarin heel wat Fransen omkwamen en naar ik denk de begraafplaatsen overuren maakten) en 113 jaren wissen wellicht wat sporen uit? Maar ach, heel hinderlijk is dat nou ook weer niet, want 'Jones' was toch al niet zijn werkelijke naam. Hij heeft die naam aangenomen nadat hij in Tobago (Carieb) van moord werd verdacht en onder deze valse naam wist te ontvluchten. Met een dergelijke achtergrond zou 'Jones' overigens in het huidige Amerika al tijdens de visumaanvraag geweigerd worden, maar dat terzijde.



BRILJANTE VONDST
Wij vragen ons af. Deze Jones, geboren in Schotland? Een groot deel van zijn leven varend voor Frankrijk, die 1 keer even in Amerika is geweest, maar woonde en overleed in Parijs... Hebben de Amerikanen hem niet gewoon een beetje, echt een heel, heel klein beetje maar... Uhm... gestolen? Of op zijn minst gekregen? Omdat de Fransen toch al genoeg helden hadden? En er best eentje konden missen? En omdat de Schotten wel even wat andere dingen aan hun hoofd hadden dan een 'zeeheld'?

En dan... Een Amerikaanse held van Schotse geboorte... was dat misschien ook om die Engelsen -begin twintigste eeuw de grote wereldmacht- een klein beetje te stangen?

Ik mag het van Hedda niet schrijven (Amerikaanse familie en zo), en ze is het dus (laat dat duidelijk zijn) absoluut niet met mij eens, maar ik moet wel een beeeeeetje lachen om deze vorm van helden (cree)ver-ering. Wat een briljante actie van die Amerikanen een eeuw geleden. En hoe langer het geleden is, des te meer zal iedereen geloven dat Jones De Held van de Zeven Zeeën was. Wij zullen hem iig altijd onthouden. Deze 'Keizer van de Oceaan'. Jones. Of hoe hij ook heeft mogen heten. 'He gave our Navy it's earliest traditions of heroism and victory' lezen we in de gouden letters rond zijn sarcofaag. Opdat Nelson, De Ruyter, Drake, Tromp en alle andere zogenaamde helden voor eeuwig zwijgen...


Kanonnen tellen... 100! Dat is een schip van de British First Grade.

'De marine... helemaal zo gek nog niet'


zaterdag 17 september 2016

NEW YORK CITY EXTENDED



Dit blogbericht gaat (weer eens) niet over reizen, laat staan over zeilen. Een paar bespiegelingen op een fraaie stad.


'New York... This concrete jungle where dreams are made of, there's nothing you can't do, now you're in New Yoooooork...' Alicia Keys dreunt uit mijn koptelefoon terwijl ik alles uit mijn benen pers om de trappers van mijn vouwfiets rond te krijgen. 

Ik fiets de Queenboro brug omhoog, die Manhatten scheidt van Queens. De helling is stijl, de versnelling van onze oude vouwfiets kapot en mijn benen zijn het fietsen ontwent. Maar het uitzicht is fenomenaal. 

Pal naast de brug spiegelt een woontoren van zeker veertig verdiepingen in de zon. Aan de overkant van de rivier flats, kantoorpanden, pakhuizen, industrie en parken zo ver het oog reikt. Het stadion van de New York Yankee's (wat afstamt van het Nederlandse 'Jan Kees') steekt er prominent uit. Daarnaast, al even imponerend, diverse stadions van de US Open, waar momenteel de wereldberoemde tenniswedstrijden worden gehouden. 

Rechts de skyline van Manhatten met wolkenkrabbers, helikopters, statige bruggen en oude fabriekshallen van Brooklyn. Een sleepboot vaart tegen de sterke stroom in naar het noorden, twee ferries vliegen de andere kant op.


Een kabinegondel uit de Oostenrijkse Alpen haalt mij naast de brug in. De gondel maakt deel uit van het New Yorkse openbaar vervoerstelsel en is op weg naar Roosevelt Island, een volgebouwd eilandje midden in de East River. 'These streets will make you feel brand new, big lights will inspire you, that's here in the New York, New Yoooooooork...' zingt Alicia verder.


Roosevelt Island met daarachter Manhatten en Harlem.
HERMINE
Het is onze 19e dag in New York. Van de maximaal twee weken die we onszelf hebben gegund, is weinig terecht gekomen. Natuurlijk. Wij krijgen geen genoeg van deze stad. Al gauw besloten we een derde week te blijven. Maar daarna moest het wel afgelopen zijn, we moeten tenslotte ook weer helemaal terug richting Bahama's en ons visum legt een tijdsdruk op, begin december moeten we het land uit zijn. En dus 'zouden' we vandaag onze mooring bij de 79th Street Boat Basin verlaten en richting Atlantic Highlands aan de monding van de Hudson varen en 'zouden' morgen de oceaan op gaan om in een dag en nacht naar Cape May te varen.

'Zouden' ja. Vijf dagen geleden ontwikkelde zich een tropisch laag in de Golf van Mexico. 'Misschien...', dacht de stedenliefhebber in mij, 'kan dat laag zich een beetje fatsoenlijk ontwikkelen, richting noordoosten bewegen en een beetje gaan storen in dit gebied. Dan kunnen wij nog niet vertrekken...'. En zo gaat het in de navolgende dagen. Het tropisch laag groeit uit tot orkaan Hermine en trekt langs de oostkust omhoog richting New York.

VEILIGE PLEK?
De Hudson rivier waar wij op liggen stroomt hard en met wind-tegen-stroom geeft dat een erg onprettige golfsituatie, die bij harde wind zelfs gevaarlijk wordt. We komen dan vast te zitten aan boord en kunnen geen kant op. Mocht Hermine te dicht bij New York komen, dan zullen we circa vijftig, zestig mijl landinwaarts varen over de Hudson, waar wind en stroming minder sterk zijn.


Extra lijnen voor 'de grote storm'.
Dagelijks houden we de ontwikkelingen van Hermine in de gaten via SSB en gribfiles en zien dat het pad van Hermine bij New York redelijk ver uit de kust zal liggen. In New York naar verwachting niet te veel wind, maar in de kustgebieden zoals Atlantic Highlands moet je absoluut niet zijn. De stedenliefhebber kan tevreden zijn. Maar het wordt nog beter. Hermine zal een aantal dagen voor de kust blijven hangen, wat ons vertrek niet een dag, maar dagen vertraagt. 

En dan wordt het helemaal top... De haven biedt de gemoorde boten een plekje aan de steiger in de haven aan zo lang Hermine in de buurt is. Zo hebben we opeens het gemak van een havenbox en realiseren ons dat we vergeten waren hoe makkelijk het is als je zo van boord stapt om te douchen of boodschappen te doen. Voor anker moet je altijd plannen; wat gaan we allemaal doen op de kant, wat hebben we daarvoor nodig, dan alles in de bijboot en dan naar de kant varen en een plekje voor de bijboot zoeken.


Antares op een plek waar haar bemanning zich prima thuisvoelt. Lekker in de haven midden in NYC,
met metro, bus, fietspad en park op korte afstand en
met douche, wasmachine, droger en ijsblokjesmachine bij de hand. 

BONUSDAGEN
Uiteindelijk liggen we maar liefst vijf nachten in de haven. A 150USD/nacht had ons dat normaal gesproken 750USD gekost, maar nu kost het ons niets extra boven de 25USD/nacht die we voor de mooring betalen. De eerste drie dagen is het notabene heerlijk rustig weer, terwijl bij Cape May (waar we zouden zijn als we na twee weken New York waren vertrokken) windsnelheden van 55-65 knopen worden gemeten met windstoten van 75 knopen en meer. Brrr... Wij krijgen een nacht en dag met flinke wind en stuiteren als een gek in de uren dat de vloedstroom sterk is. Daarna is het weer rustig.



De vijf extra dagen in New York voelen als een bonus. We reizen nog eens naar de uithoeken van de stad en op een rustige zondag pak ik de fietskaart van New York en plan een fietstocht die mij over de Queenboro Bridge naar Williamsburg in Brooklyn brengt. Daarna naar Astoria in Queens, weer over een brug naar een klein eiland tussen de Harlem River en East River en over een volgende brug naar The Bronx. 

Vervolgens via East Harlem terug door Central Park naar the Upper Westside, waar onze boot ligt. 

Het is prachtig zonnig weer. Ik fiets door parken waar de velden vol zitten met picknickende families, barbecues branden, er wordt gehonkbald en gevolleybald. Door wijken waar oude pakhuizen worden omgebouwd tot exclusieve lofts. Langs dichtgetimmerde gebouwen, over een glad fietspad dat twee kilometer lang onder de stenen bogen van een kathedraal achtig spoorviaduct loopt, langs een housemusic festival, via semi-professionele honkbalwedstrijden en door woonstraten met slaperige huizen langs boomrijke straten.



METAMORFOSE
Circa vijfentwintig kilometer op het oude, verroeste vouwfietsje waarvan alleen de hoogste versnelling werkt. Ik krijg er geen genoeg van. Het voelt ook best bizar dat ik hier zo maar kan fietsen. Geen moment voelen wij ons onveilig in het Post-Giuliani New York. Hoe anders was deze stad in de jaren '70 en '80? De stad ging in 1975 failliet. Grote delen -ik vermoed alle delen- die ik vandaag fiets waren absolute no-go areas in en lang na die tijd. Criminaliteit was torenhoog, drie moorden per dag, 'gangs' regeerden de wijken. Onvoorstelbaar wat een metamorfose deze stad doorgemaakte. Het harde optreden in de tijd van burgemeester Giuliani heeft de basis gelegd voor de prettige stad die wij nu zien. Ik herinner mij nog furieuze speeches die hij hield, die ik twintig jaar geleden op tv zag. Geliefd en verguisd, maar fascinerend wat hij heeft bereikt.


Quirijn op zijn nieuwe step in een skatepark in Queens.
De uitvloeiselen van zijn harde lijn zie je nog altijd terug als je er oog voor hebt. 

> Met Antares voeren we langs het gevangeniseiland dat een stad op zich is met circa 20.000 gevangenen. 

> Op politieauto's prijken stickers die melden dat je 10.000USD ontvangt als je iemand aangeeft die een politieman heeft gedood. 

> In de metro hangen posters met een foto van ene Mason die aan de autoriteiten meldde dat een aantal auto's verkeerd stond geparkeerd. Het voelt beklemmend voor ons, Big Brother achtig, maar heeft kennelijk wel het gewenste effect van orde. 'Zo houdt je een stad leefbaar waar we met zijn allen op een kleine ruimte samenleven', roept Mason ons vanaf de metroposter na.


LOWER EAST SIDE
Briefje op een lantaarnpaal: 500USD voor
een verloren kat! We overwegen om een
aantal kooitjes aan te schaffen en iedere
week vier katten te vangen... Mooi handeltje. 
Ook binnen Manhatten waren er veel no-goes. Zoals Lower East Side. We spreken Bill, een local die ook met zijn boot bij 79th ligt. Hij is docent op een highschool in New York en vertelt dat hij het tot in de jaren '90 erg onaangenaam vond om op huisbezoek te gaan in de Lower East. 'Ik liep dan in het midden van de straat in plaats van op het trottoir. Op het trottoir kon je ieder moment bonje krijgen met 'gangs' en als het hen niet beviel werd je in het gunstigste geval in elkaar geslagen'.

Tegenwoordig is Lower East Side semi-hip. Als Hedda, Quirijn en ik er een paar dagen eerder wandelen, zien we dichtgetimmerde panden schouder aan schouder met nieuwe appartementen. We wandelen langs gebouw 'Forward', dat eind 19e eeuw gebouwd is als sociaal centrum, een soort buurtcentrum voor Europese immigranten die in de wijk neerstreken en er in grote armoede leefden. Het hoofd van Karl Marx is in steen uitgehouwen boven de ingang. Nu zitten er appartementen in met koopprijzen rond tien miljoen USD. Wat zou Marx daarvan denken? We kunnen het helaas niet aan zijn gebeeldhouwde kop aflezen.






VERGROENING
Na het terugdringen van de criminaliteit kwam de leefbaarheid op de agenda, niet in de laatste plaats onder de latere burgemeester Bloomberg. 

De stad 'vergroent'; parken zijn prachtig opgeknapt, overal vind je tappunten waar je water kunt drinken of je flesje bijvullen, speeltuinen zijn fraai en verzorgd, er staan palen op straat waar je gratis wifi hebt. Langs de hele westzijde van Manhatten loopt pal aan de Hudson een fietsroute, grote delen door een park. Ook op andere plekken in de stad krijgt de fiets meer ruimte in de vorm van vrijliggende fietspaden. -Maar ook in de mindset van New Yorkers krijgt de fiets kennelijk een plek. In al die dagen dat wij er rondfietsten werd er geen enkele keer naar ons getoeterd, zelfs niet als we over de zes banen brede Avenues crosten tussen de taxi's.- 
Internet paal met wifi hotspot

Een verhoogde voormalige spoorbaan is omgebouwd tot park (Highline). We zien oude foto's van Bryantpark, achter de Public Library aan 42th Street. In de jaren '80 overheersten de junks en drugsdealers en zaten er stoute bioscopen in de omringende gebouwen. Nu staan er honderden tafeltjes en stoeltjes los in het park. Je kunt er kinderboeken lezen en bordspellen spelen, gelieve na gebruik terug te zetten in de daarvoor bestemde kast. Wij verbazen ons erover dat al die tafels, stoelen en andere spullen niet gejat worden. Dagelijks zijn er gratis activiteiten zoals yoga lessen, jongleren en optredens. Iemand speelt op een piano op het gras. De straten van New York zijn geveegd, de ramen gewassen en het koper gepoetst. Jaarlijks bezoeken vijftien miljoen toeristen de stad en een deel van de voormalige gang-boys vindt werk in het verkopen van tickets voor de toeristenbus of musical.





LOW BUDGET MUSEUMBEZOEK
De laatste dino-aanwinst (2014) is zo groot, die
past niet in de daarvoor bestemde ruimte ...
Zo dwalen mijn gedachten over de stad tijdens mijn fietsdagje. Het is al weer bijna donker als ik Central Park uit fiets ter hoogte van het Natural Historical Museum. 

Gisteren bezochten we dat museum, dat met een entreeprijs van 24USD per persoon ver boven ons cruisersbudget ligt. Maar, het aardige van veel musea in New York is, dat de prijzen 'suggested admission' zijn. Een adviesprijs. Je mag ook minder betalen dus en zo wordt een museumbezoek voor ons haalbaar. 

Wij vinden dat we vijf USD p.p. kunnen betalen. Dus 15 voor ons drieën. 'Well' zegt de mevrouw achter de balie 'technically, you can pay 5usd for the three of you together'. Of dat ook goed is? Prima, vinden wij. Als we over vele jaren nog eens een stedentrip naar NYC maken, zullen we de volle prijs betalen.






Quirijn is vandaag de fotograaf en maakt 378 foto's
in het museum...
en solliciteert ook naar een plekje in het museum.
Bij het Metropolitan Museum kan het nog veel creatiever, zo horen we op de haven van Bill. We hebben het zelf niet geprobeerd, maar mocht je eens in de buurt zijn en op een creatieve manier je museumkosten besparen, dit is de truc... Je loopt het museum in, om de kassa's heen en dan wandel je door naar de uitgang. Voor de uitgang is links een muur waar mensen die het museum verlaten een sticker opplakken. Dat is een sticker waarmee je later weer het museum in kunt, als je even een luchtje wilt scheppen ofzo. Je loopt dan volgens Bill naar die muur, doet net of je er stickers op plakt, maar pakt er juist een paar af. Daarmee loop je naar buiten, plakt een sticker op al je reisgenoten en wandelt gezamenlijk zo weer het museum binnen. Bespaart ook tijd omdat je niet in de rij voor de kassa hoeft te staan. Het schijnt een goed gebruik te zijn onder New Yorkers die even een uurtje museum willen.





PLANNEN
Ik vervolg mijn fietsroute naar het Boat Basin over een nieuw aangelegde fietsstrook op de 79th Street. Nog maar drie dagen en New York zit er echt op. 


Laatste bezoekje aan Times Square. Het zit er echt op...
Het afscheid valt ons zwaar, maar aan de horizon liggen nieuwe avonturen. We prijzen ons gelukkig met de mogelijkheid om met onze eigen boot New York te bezoeken. Het is waarschijnlijk de meest betaalbare manier om deze stad te bezoeken en ook nog eens heerlijk om na een lange dag de rust van je eigen drijvend huis te vinden. Om over het uitzicht vanaf het water nog maar niet te spreken. 

Tja, Hedda en ik lieten onze gedachten al even gaan en fantaseerden over een scenario waarin we ooit eens een half jaar met een (zeil)boot hier in New York kunnen verblijven. Lekker een paar maanden stad, afgewisseld met de hele Hudson rivier opvaren het binnenland in, uitgebreid de Long Island Sound bezoeken en Boston en Maine, en... ach, een half jaar is dan alweer veel te kort. 

Moe maar voldaan parkeer ik mijn vouwfiets in het parkje naast de haven, om de volgende dag te constateren dat het zadel gejat is. En zo lijkt New York ook in dat opzicht best op Amsterdam. En dat is best lekker!