dinsdag 19 januari 2016

VAN GOLDEN ROCK NAAR GOLDEN PALACE

1776. Sint Eustatius... Het eiland Sint Eustatius is in de 18e eeuw uitgegroeid tot de handelshoofdstad van de West Indies en een van de drukste havens ter wereld. Er lagen toen wel 300 zeilschepen voor anker, waar wij nu -samen met De Verleiding- de enige zijn. Er was van alles te krijgen; zilver, goud, slaven, wapens, tabak, suiker, katoen. Het was de tijd van veel spanning tussen de Europese landen.


Nederlandse en Eustatiaanse
vlag gebroederlijk naast elkaaar

'Uhm... Walewijn, wat moeten wij met zo'n verhaal? Wat kan ons dat nou allemaal schelen?', zult u denken. Nou, dat zit zo. Omdat u sinds ons vorige blog uit volle borst 'Rule Britannia' kunt zingen -en dat natuurlijk uit volle borst doet bij bakker, Albert Heyn en in de streekbus- loopt u kans door omstanders benadert te worden met de vraag wat-die-Britten-van-u-dan-zo-geweldig-hebben-uitgespookt-dat-ze-uit-naam-der-Engelen (niet Engelsen)-toegezongen-dienen-te-worden. Daarom in dit blogbericht een uiteenzetting van een van die verhalen, zodat u goed uit de hoek komt. 

En dat komt net mooi uit, want Sint Eustatius, waar wij samen met Ron en Joce van De Verleiding oud en nieuw vieren, biedt zo'n verhaal die de door God en zijn engelen afgeroepen grootsheid van de British Navy in de 18e eeuw in al haar trots en glorie tentoonspreidt... Ten koste van de Hollanders, dat moet ik er wel even bij vermelden. Maar ja, iemand moet natuurlijk met lijdend voorwerp zijn van de eer en glorie van onze overburen. Gaan we dan...


Brittannië probeerde in die tijd tevergeefs de vorming van Amerika tegen te houden. De spanning steeg, de Europese landen sloten hun koloniën af voor handel met rivaliserende landen, door hoge belastingen en andere blokkades op te werpen. De Hollanders daarentegen (misschien bedoelde Balkenende dit wel met zijn 'VOC mentaliteit', hoewel hij in dat geval de WIC had moeten aanhalen) bleven neutraal en maakte van Sint Eustatius een vrijhaven. Je kon er alles verhandelen en kreeg er officiële handelspapieren erbij. Hierdoor konden landen die niet met elkaar mochten handelen, met Sint Eustatius handelen en via deze omweg toch goederen van elkaar kopen. Zo produceerde Eustatius in 1770 bijvoorbeeld 300.000 kilo suiker, maar voerde 10 miljoen kilo uit. Het was een officiële smokkelplaats geworden en de circa 8000 inwoners werden steenrijk. Eustatius kreeg de bijnaam 'Golden Rock'.

Andrew Doria voor Eustatius
In november 1776 voer het handelsschip 'Andrew Doria' de haven binnen en gaf bij aankomst saluutschoten. Gouverneur de Graaff liet dat beantwoorden met saluutschoten. Hoewel het een handelsschip betrof, stond het onder commando van een Amerikaanse marine kapitein, voer het de Amerikaanse vlag en er was een kopie van de door de 'Amerikaanse rebellen' opgestelde onafhankelijkheidsverklaring aan boord. Met de reactie van De Graaf werd Eustatius het eerste land dat de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten bevestigde.





Begraafplaats Admiraal Krul, omgekomen bij een
aanval van een konvooi 'rijk geladen'
Nederlandse schepen, door Rodney &co.
De Britten waren niet zo te spreken over deze actie en nog minder toen het betreffende schip later bij Eustatius een Brits schip enterde en meenam naar Amerika. Dat, samen met het feit dat Eustatius munitie verkocht aan de Amerikaanse rebellen (kruit in vaten met  o.a. opschriften 'tea' en 'rijst') leidde tot een oorlog tussen Brittannië en Holland.

Admiraal Rodney werd met een vloot naar Eustatius gestuurd en bij aankomst in 1781 gaf gouverneur De Graaff Eustatius over aan de Britten... Wellicht ging de aankomst van Rodney gepaard met het lied 'Rule Brittania!' Rodney confisqueerde alle schepen, opslagruimtes en warenhuizen op Eustatius maar hij vond veel minder geld en andere kostbaarheden dan hij verwachtte. Het viel hem wel op dat er voor zo'n kleine gemeenschap op Eustatius erg veel begrafenissen waren. Hij liet een begrafenisstoet stoppen en de lijkkist openen. Die lag vol met geld en juwelen. Hij liet de graven van recente begrafenissen openen en bingo. Ook vol kostbaarheden. Rodney was furieus en liet 100 mannen oppakken en naar Sint Kits deporteren, het eiland naast Eustatius. De mannen werden nog gefouilleerd en in hun kleding bleken verborgen vakken genaaid vol met geld.


Onze VRIEND (hee, kom, wij aanhangers van de British Navy!) Rodney stal de kostbaarheden en veilde goederen en bezittingen van de eilanders. De opbrengsten van al het roven leverde Rodney en zijn bemanning een fortuin op. Dit overigens ten onvrede van ook enkele Britse inwoners van Eustatius wiens eigendommen tevens ontnomen waren. Rodney werd voor het gerecht gedaagd in Brittannië en in het Britse parlement werd vol ophef en afschuw over zijn daden gesproken. Maar, gelukkig voor onze vriend, won hij korte tijd later een voor Brittannië cruciale zeeslag 'Battle of the Saintes', waarna alles hem werd vergeven.
herdenkingsplaat, door de 'zonen van de Amerikaanse revolutie'.
Uiteraard hebben ook 'de dochters van...' hun eigen monument.


Eustatius (en de USA natuurlijk ook) is nog altijd trots op het feit dat zij als eerste de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten erkende. We zien op het eiland wel twaalf monumenten, er is kennelijk iedere vijf of tien jaar wel weer een reden om een nieuwe herdenkingstegel te onthullen, al is het maar ter meerdere eer en glorie van je eigen organisatie. 
Ook viert men jaarlijks op 16 november Statia-Amerika dag.



Antares tussen de ruines door van wat ooit een van de belangrijkste steden was in de West Indies. De oude bakstenen die we hier nog veel zien, zijn in de 17e en 18e eeuw met de Hollandse schepen meegekomen en werden aan boord als ballast gebruikt. We zagen het in Suriname ook veel. 

Onderweg van St Kits naar Eustatius. De vulkaan van Eustatius is al te zien aan de horizon.

TWEE GEZICHTEN
In het oude centrum van Oranjestad lijkt het of we op Terschelling zijn. Historische panden in Hollandse stijl, Nederlandse klinkerbestrating inclusief troitoirbanden, een dorpsbibliotheek, de unit 'Culturele en Maatschappelijke Ondersteuning'. De Nederlandse vlag wappert op het fort, naast de vlag van Eustatius. 

Twee straten verder lopen we in de Caraïben. We horen Caraibisch Engels en Spaans, zien Caraibische woonhuizen, brokkelige asfaltstraten met diepe kuilen, rommel in de tuinen. Een dikke mevrouw maakt in haar ondergoed zittend op een steen aan de straatkant ongegeneerd ruzie met een man in het huis achter haar rug. Ze schreeuwen om de afstand tussen hen te overbruggen en om boven de op het erf geparkeerde oude Chevrolet met keiharde boem-boem muziek uit te komen. Kennelijk doen ze dit vaak zo, het oogt routineus.


Zelfs een auto met NL kenteken!
De eigenaars zijn vorige maand
naar Eustatius geemigreerd.












Sinds 2010 is Sint Eustatius een Nederlandse gemeente, net als Bonaire en het nabijgelegen Saba. We zien die formele status alleen af aan de officiële instanties. Ambulances, brandweerauto's en politieauto's in Nederlandse striping. Inclusief stickers; 'waakzaam en dienstbaar'. De bevolking heeft echter weinig affiniteit met Nederland. Zij spreken Engels en Spaans. Nederlands is ooit wel op school geleerd, maar werd verder nergens gesproken dus zakt weg. Spaanstalige en Engelstalige landen zijn voor veel Eustatianen stukken interessanter dan het verre Nederland, zo leren we uit de gesprekken die we voeren.

Gek hoor! Een Nederlands gestreepte politieauto in een Caribische omgeving



Hedda maakt appelflappen. Die zijn
heerlijk en in het juiste vet gebakken.

Op Eustatius vieren we samen met Ron en Joce van De Verleiding oud en nieuw, met oliebollen! Ze smaken niet al te best; gebakken in oude olie. Maar mijn drang naar oliebollen is zo groot, dat ik wel twee oliebollen eet. Dat had ik beter niet kunnen doen, nieuwjaarsdag breng ik grotendeels ziek in bed door. Niet van de drank, ik heb de hele avond water gedronken en na middernacht twee slokken Champagne.

Vuurwerk op de Antares
 

Oudjaarsdag. Een terras met een prachtig uitzicht... er zit inderdaad niemand, komt dat iedereen naar de waterkant
is gelopen om die mooie zeilboot daar te bewonderen.


Op 2 januari bezoeken we weer Eustatius, onder andere een museum over de geschiedenis, het fort, dat mooi uitkijkt over de baai en de ruines van de Gereformeerde Kerk. Hier wat plaatjes.






Quirijn is niet de eerste beroemde zeiler die het eiland aandoet.






VULKAANEILANDEN
Even een weekje terug in de tijd. Vanaf Antigua zeilen we eind december in een lange dag naar Sint Kits, 64 mijl varen. We varen pal voor de wind en schommelen van gangboord tot gangboord, net zoals we deden tijdens de oversteek van de Atlantische Oceaan, tussen Kaap Verden en Suriname. Niet onze favoriete koers. Je kunt bij rustig weer tussen Kits en Nevis doorvaren, maar vandaag staat er ruim boven 20 knopen wind en de zee bouwt zich aardig op naarmate we Kits naderen. We besluiten via de zuidkant van Nevis te varen, wat weliswaar vijftien mijl extra varen is maar wel zo veilig.


Onderweg naar St Kits en Nevis, met een regenboog recht voor de boeg. Alsof we onder een brug doorvaren.



Onderhoud op Antares.
Quirijn repareert het railingnet
Na de fraaie kleuren aan de westkust van Antigua vinden we Kits en Nevis grijs en stenig. Kits&Nevis zijn vulkaaneilanden, waar Antigua (net als eilanden als Sint Maarten, Sint Barths en het oostelijk deel van Guadeloupe) ontstaan is door schuivende continentale platen. Het verschil in karakter is groot. De vulkaaneilanden zijn overwegend ruig en rotsig en direct uit de kust is de zee honderden meters diep. De continentaalplaateilanden (tja, hoe moet ik die anders noemen?) zijn vrij vlak en lopen heel geleidelijk af in de oceaan. Ver uit de kust is het er nog vrij ondiep, wat resulteert in fraaie kusten met veel stranden en prachtig blauwgroen zeewater.
Marifooncontact met een cruiseschip.
Even de koersen afstemmen.

We ankeren in White House Bay aan de zuidkant van Sint Kits en als we de volgende ochtend om ons heen kijken en wat verder langs de kust scharrelen op weg naar de hoofdstad om in te klaren, besluiten we Sint Kits maar over te slaan. We hebben met de zuidelijke eilanden in de Carieb al zo veel fraaie en behoorlijk authentieke plekken gezien, dat we Sint Kits vinden tegenvallen en doorvaren naar Sint Eustatius. Scheelt weer inklaringskosten, waarmee we de belachelijke extra kosten op Anitgua wat compenseren.


Een bui met veel regen en wind ontneemt het zicht op St Kits.
Hedda en Quirijn vluchten naar binnen en ik sta in de regen te sturen. 


ST BARTHS
Lekker cruisen. Onderweg naar St Barths
met een rustig windje en zeetje
De ankerplek van Sint Eustatius ligt behoorlijk onbeschut en de eerste vier dagen rollen we behoorlijk, daarna wordt het ernstig. We moeten onszelf vasthouden aan boord, alles vast zetten en ondanks dat klettert er geregeld een kopje of volle afwasbak op de grond. We voelen ons katterig aan boord en vluchten naar de wal. We slapen een aantal dagen slecht vanwege het geslinger. Wij hebben nog een achterlijn uitstaan die de kop van het schip redelijk op de golven houdt, om ons heen liggen zeilboten die dat niet hebben en die slingeren echt van noord naar boord. Toch wachten we nog twee dagen en dan draait de wind van noordoost naar zuidoost en dat is precies wat we nodig hebben. Op een prachtige zonnige dag varen wij met een rustig windje, rustige zee en een knik in de schoot naar Saint Barths, 28 mijl verder. Zo is het o zo lekker zeilen!



Al in de verte zien we het eiland liggen. Althans, de superyachts die er voor anker liggen. Het grootste dat we zien is de 'Eclipse'. Best een aardig grote bak. Zes verdiepingen. Althans, zover we kunnen tellen. We zien vast nog wat verdiepingen over het hoofd. Een drijvend Gouden Paleis. Maar toch... als we een paar dagen later lezen dat dit met 162,5 meter het op een na grootste superyacht ter wereld is... dan valt ons dat toch een tikkie tegen... we dachten echt dat er nog veel grotere jachten zouden zijn. Kortom, we zijn gewend geraakt aan alle grote boten om ons heen. Nu ja, het schip heeft drie helikopterplatforms, twee zwembaden (waarvan er een om te bouwen is tot dansvloer... het is natuurlijk een beetje schipperen met de ruimte op zo'n bootje) etcetera. Zie de specs van dit Golden Palace
De 'Eclipse' pal voor onze boeg als we St Barths naderen. Om de Eclipse in perspectief te plaatsen...  Die drie jachten die rechts voor anker liggen zijn supergrote jachten met een verdieping of vijf, maar vallen in het niets bij de Eclipse.

Na de schommelweek op Eustatius snakken we naar een ankerbaai zonder deining maar dat valt vies tegen als we ons anker laten vallen bij hoofdstad Gustava. Ook hier schommelt het flink door een combinatie van deining en windgolven en dat alles wordt nog eens versterkt door de vele bijboten van de superyachts die hier voor anker liggen. Als s ochtends rond zes uur de golven behoorlijk wegvallen omdat de stroming draait en de wind afneemt... begint de werkdag van alle crew van de superyachts en liggen we te stuiteren door de passerende speedboten van de superyachts, op weg naar wasserette, supermarkt, champagnehuis en kaviaarleverancier. Aaaaachhhh!!!!! Voor straf besluiten we om maar lekker niet in te klaren in St Barths. 

Het is druk in St Barths. De ankerbaai ligt erg vol en ook bij de dinghysteigers is het dringen.


Superyacht, na superyacht, na superyacht. En maar de hele dag poetsen. Na ieder buitje gaat er weer een doek langs het chroom en plastic. Zo blijf je wel bezig. 95% van de superyachts wordt (vrijwel uitsluitend) als charterboten ingezet.


WATER TANKEN
We bezoeken die ochtend illegaal de hoofdstad, waar rijkdom kennelijk geshowd moet worden, of je nu rijk bent of wilt lijken. Quirijn besluit alle Quads te tellen die hij tegenkomt maar raakt na al drie minuten de tel kwijt, bij vijfentwintig. Dan maar mini cabrio's, maar ook die zijn ontelbaar. 


'Pap, daar, nog een Quad'. Maar pap kijkt mooi de verkeerde kant op... de oliebol...

Parkeerplaats voor de Quad



Wij voelen ons in onze oude kloffie haast zwervers. Zeker wanneer we met zes jerrycans langs een rijtje superyachts lopen. Onze watertank op Antares is leeg en we willen even zeventig liter halen voordat we de 800 liter watertank op Sint Maarten vullen bij een tankstation. Meestal vind je wel ergens langs de waterkant een kraantje, maar op Sint Barths niet. Bij een superyacht ligt een waterslang en die mogen we gebruiken. De splinternieuwe Italiaanse speedboot Logica 147 met drie verdiepingen is naar een bootshow geweest en vertrekt over een paar dagen naar een volgende bootshow. Voor die tijd  mogen we gerust vaker langskomen om onze jerrycans te vullen, niet in de laatste plaats omdat de bemanning Quirijn zo schattig vindt nadat die er op staat om een vijf liter jerrycan zelf naar onze bijboot te slepen.




CONTRASTEN
We vinden het interessant om de contrasten te ervaren tijdens onze zeilreis. Hier op Sint Barths voelen we ons zeezigeuners in onze verkleurde kleding, onze aftandse bijboot en met ons twaalf meter korte zeilbootje -- tegenover de grote en luxe superyachts, de gepimpte cabrio's, de dagelijkse kaviaar en champagne en andere eerste levensbehoeften.

Terwijl we ons op de Cotticarivier in Suriname en op sommige zuid Caribische eilanden soms geneerden voor onze rijkdom in onze sjieke kleding, onze geavanceerde dinghy en met ons twaalf meter lange mega zeiljacht -- tegenover de kleine en eenvoudige hutjes, de uitgeholde boomstammen, de dagelijkse rijst en water en andere eerste levensbehoeften.

WE LIGGEN EINDELIJK STIL!
Na ons bezoek aan Gustava schuiven we een baaitje op, naar Anse de Colombier. Whahaaaaa! De boot ligt, voor het eerst sinds twee weken, helemaal stil. We rollen niet, kunnen haast een knikker op tafel leggen zonder dat die wegrolt. We blijven twee nachten en bezoeken het strand waar tegen een heuvel op een zandduin is ontstaan en waar we ons met Quirijn vermaken door naar beneden te rollen, springen en vallen.


We delen Anse de Colombier met wat bijzondere jachten... 

Ondertussen ligt op Antares
de buitenboordmotor uit elkaar


... en met dagjesmensen. Deze cat komt vanaf Sint Maarten
zeilen en vertrekt na een lunch en een snelle snorkel weer. Ze
liggen op twee meter van ons geankerd. Het eten ruikt heerlijk,
de muziek is Caribisch en als ze gaan zwemmen, vliegen de
spetters water in onze kuip. 


In Anse de Colombier vinden Hedda en Quirijn
schelpjes. Hier draagt Quirijn een van de
schelpen om zijn nek.
Op vrijdag 8 januari varen we naar Sint Maarten, waar we sindsdien liggen in de Lagoon, de baai die door twee bruggen wordt ontsloten met zee. Hier liggen we nog stiller. Geen geschommel, niets. Zo heerlijk! zeker omdat we weten dat de geankerde boten in de baai buiten de brug wel behoorlijk schommelen op de deining. 

Sinds zondag is oma op bezoek en zij blijft een week. Wat een heerlijk feest om weer bezoek te hebben! Misschien moeilijk voor te stellen als je onze belevenissen leest en de foto's ziet, maar na anderhalf jaar weg van familie en vrienden is bezoek echt een feest waar we steeds enorm naar uitkijken! Alleen, tja, zo'n week vliegt natuurlijk voorbij ... ellukk voordeel heb zun nadeel.





maandag 11 januari 2016

RULE BRITANNIA @ ANTIGUA

Antigua. Land van buurtende buurboten, Rule Britannia en kerstkoninginnedag. Maar laat je kinderen thuis!


Model van het schip 'Victory' waarmee Nelson furore maakte (deels ten koste van de Hollanders natuurlijk). 104 kanonnen.


KRIEBELS
Terwijl ons extra bemanningslid-voor-twee-weken Jolie de voordeur van haar prachtige skyline appartement in Rotterdam opendraait na een lange terugvlucht van Guadaloupe via Parijs naar Amsterdam, vaart Antares op 19 december Falmouth Harbour binnen op Antigua.

Tijd om na te genieten van het bezoek was er niet, want er komt een periode met veel wind en hoge golven aan. Dus zijn Hedda en ik de laatste dag van Jolie's bezoek wat stil. In gedachten zijn we bij de tocht van morgen. Het waait al flink hard als we met de huurauto over de kustweg rijden en zien hoe de bomen tekeer gaan en hoeveel schuimkoppen er al op zee staan. Kunnen we morgen nog wel naar Antigua of zijn we te laat en zetten wind en golven al te veel door? Het is het vervelende, knagende gevoel dat altijd opdoemt als er een tocht met mogelijk pittige omstandigheden voor de boeg ligt. 'Het is net alsof er allemaal ijsblokjes in zee drijven' weet Quirijn de zeestaat mooi te typeren. En dat vandaag al. En in de luwte van het eiland, terwijl we morgen de oceaan weer op moeten... We besluiten het morgen te proberen en als het niet gaat, keren we om en kunnen redelijk makkelijk met halve tot ruime wind terug naar Guadaloupe.

'S avonds nemen we op het vliegveld afscheid van Jolie, crossen terug naar Deshaies waar de boot voor anker ligt, gooien de sleutels van de huurauto door de brievenbus van het verhuurbedrijf, slepen de boodschappen aan boord en halen een laatste weerbericht binnen. Aan boord is het leeg en stil. Het was zo fijn om Jolie op bezoek te hebben dat we ons met z'n drietjes even niet meer compleet voelen. Tegen twaalf uur liggen we uitgeput op bed en om half zes gaat de wekker. We trekken het tweede rif in het grootzeil en varen zwaar gereefd de zee op. Donkere wolken pakken zich samen boven de bergen van Guadaloupe, maar voor ons, op open zee, schijnt de zon.

Zonneschijn, moet je weten, maakt een zeiltocht altijd minder dreigend dan donkere luchten. Je bent op zee zo omringd door de elementen, dat een meereizende zon een wereld van verschil maakt. Ook vandaag. Het tweede rif blijkt niet overbodig, het kleine puntje voorzeil evenmin. De golven komen dwars in en regelmatig stort er een met overdreven theatraal geweld op onze romp om als een regenbui over Antares uiteen te spatten. Maar met de zon erbij, voelt het... ach, eigenlijk als best te doen. Hoewel we dat onderweg nooit tegen elkaar uitspreken; zodra je dat zegt, verslechteren de omstandigheden. Onmiddellijk. ALTIJD. Echt waar. Quirijn heeft het niet zo goed, hij moet spugen. Hedda weet hem gelukkig aardig af te leiden en vertelt ruim twee uur lang een verhaal over een jongetje dat naar de zeilschool gaat en leert zeilen in een Optimist. Met een noodgang scheuren we op Antigua af en nog voor de middag plonzen we ons anker in Falmouth Harbour, 43 mijl vanaf ons vertrekpunt. We zijn blij. Na ruim drie weken hadden we Guadaloupe wel gezien en waren we vandaag niet gegaan, hadden we vanwege het weer nog zeker anderhalve week moeten wachten.

SUPERYACHTS
Antigua is anders dan de eilanden die we tot nu toe bezochten. Althans, aan de waterkant dan. Bij de Antigua Yachtclub en de Nelsons Dock Marina. Hier liggen de superyachts, we noemden ze al even in ons kerstbericht. --Iedereen trouwens hartelijk dank voor de mails met kerstgroeten die jullie ons stuurden!-- Drie verdiepingen, vier verdiepingen, vijf. 
De jeugd rijdt er puik bij
Met bijboten zo groot als Antares, masten hoger dan de Eiffeltoren en met personeel in sjieke tuniekjes. Zo veel personeel. 

De 'lady X' vaart net voorbij; een zeilboot. Telt u even mee? Vier man op het voordek, druk met lijnen. Over dek lopen vijf personen met twee meter hoge stootwillen. In de kuip zes personen, twee sturen er, de anderen ruimen denk ik de tafel af. Achterop zie ik drie personen met lijnen. En twee met schrobbers. Op het bovendek poetsen drie personen chroom. Binnen in de ruim vijftig meter lange boot maken vast ook nog wat personeelsleden zich nuttig, maar die zie ik niet, dus we houden het bij 23 personeelsleden. 



Dan moet de boot natuurlijk nog in extreem dure havens liggen en regelmatig varen en... nu ja, alles zal net zo hard slijten als bij ons aan boord, maar dan in grotere oppervlaktes en hoeveelheden. Hmmm... Zo'n boot is eigenlijk wel een uitermate efficiënte manier om van je overtollige geld af te komen.







NEDERLANDSE VLAG
Alhoewel, heel rijk kunnen die eigenaren toch ook niet zijn, bedenken wij ons nadat we een aantal dagen het wel en wee aanschouwen. Het valt ons op dat de meeste superyachts onder 'goedkope vlag' varen. Zij komen uit Valetta, de hoofdstad van Malta. Een land waar je (belastingtechnisch?) stukken goedkoper je boot kunt registreren. Zoals bijvoorbeeld de boot die nu langs onze ankerplek vaart, met de typisch Maltese naam 'Zeepaard'. Sinds wij ons beseffen dat wij wel -en zij niet- bemiddeld genoeg zijn om onder eigen vlag te varen, voeren wij met des te grotere trots onze Nederlandse vlag. Ha!
Veder zien we dat veel van de schepen als charterschepen worden ingezet. Dat drukt de kosten natuurlijk ook flink, al vragen we ons ook af waar die 'arme huurder' de 75.000 dollar mee verdient die het kost om zo'n bootje een weekje te huren.

BUURTENDE BUURBOTEN, DEEL 1: FLOAT BY

Met de harde wind op zee zijn wij blij dat we veilig in de ankerbaai liggen. Alhoewel veilig een rekbaar begrip is. Terwijl we aan het avondeten zitten horen we een luide toeter. En zien een schijnwerper op een zeilboot gericht. Die zeilboot kennen we niet... Dat klopt, want hij ligt hier niet maar drijft voorbij. Met mooringbal en al. Rakelings langs een geankerde boot. Op weg naar een Ierse boot. Drie dinghy scheuren er heen. Ik volg, alhoewel ik met onze 3,5 pk buitenboordmotor natuurlijk niet zo veel kan uitrichten. We - ik schrijf we ja, wat dacht je, mijn morele steun was natuurlijk onmisbaar ;-) krijgen de boot onder controle. Windwaarts is nog een mooring vrij (ja, die is wel goed) en dus trekken/duwen drie 15pk dinghys de zeilboot en ga ik voorop met schijnwerper om de vrije mooring aan te duiden. Dat ik die vervolgens niet kan vinden laten we natuurlijk verder even buiten dit verhaal, maar uiteindelijk weten we toch soepeltjes de zeilboot bij de mooring te brengen en kan ik, als enige vrije dinghy, een lijn door de mooring halen. Pfoeh.

RULE BRITANNIA
Antigua heeft witte stranden -365 stranden naar verluidt-, groenblauw water en de Caraïbische zon. Op onze ankerplaats zien wij welgeteld 1 strand... Of ja, nou ja, als je het strookje van tien meter breed daar, tussen de struiken, ook strand noemt... Ja, er ligt zand en ja... het grenst aan zee. Dus als je het zo definieert... Dan kom je wel op 365 stranden... We zien dus twee stranden vanaf onze ankerplaats. Het water is donkergrijs en de zon laat zich drie dagen niet zien.

Wij malen er niet om want naast onze ankerplaats ligt Nelsons Dockyard. In de negentiende eeuw een van de belangrijkste marinebasis van de Britse Navy. Hier werden de oorlogsschepen onderhouden, bijgeschaafd, bevoorraad en

leren handschoen om zeilen mee te
naaien. Hebben wij ook nog aan boord.
Super handig ding, dat we kregen van
onze havengenoot Jan van Smeerdijk.
Jan, dank je wel nog!

bemand. Het complex is later zwaar in verval geraakt, mede door een aardbeving en enkele orkanen. Maar de Antiguanen -oh pardon, het waren toen nog de Britse overheersers zelf- zagen rond 1950 al de historische waarde van deze locatie en keerden de neergang. Sindsdien restaureert men de oude officiershuizen, saillofts en munitiedepots dat het een lieve lust is. De Antiguanen wisten na de onafhankelijkheid hun bruidsschat ook op waarde te schatten en zetten de restauratie voort. Nu vormt het terrein een mix van een luxe jachthaven en (openlucht) museum. We gaan er iedere dag wel even heen.

Museum Nelsons Dockyard


Hier zien we het leven op een Britse Marinebasis twee eeuwen geleden. Nelsons Dockyard was de uitvalsbasis voor alle Caraïbische maritieme knokpartijen tussen de Britten en vooral de Fransen, die twee zaten elkaar flink in de weg in de Carieb. We kruipen in de huid van superheld Nelson en tellen de 104 kanonnen op zijn oorlogsschip. 


We worden in het museum overspoelt met de grootsheid van 'onze' Britse zeehelden en na ons zoveelste bezoek aan dat sympathieke museumpje hoor ik mijzelf 'Rule Britannia' neuriën. Hmmm... hoe ging dat liedje ook alweer? 'Rule Britannia, Britannia rules the waves..... Tiediediediediediedie tadadie slaves'. Ik weet het niet meer. Die avond barbecuen we op het strand met de bemanningen van drie andere zeilboten. Twee van hen zijn Britse boten... O.k., eentje is Noord Iers, maar toch... Brits is Brits, nietwaar? Dus een mooie gelegenheid om eens die door mij vergeten refrein zinnetjes van Rule Britannia na te vragen.








Tot mijn verrassing weten zij het ook niet... zeggen ze. Hoe kan dat nou? Later zoek ik de tekst op en nu vermoed ik tot mijn schrik, beste lezer, dat ik onze Britse vrienden een beetje in verlegenheid heb gebracht. Want echt sympathiek is die tekst niet. Komt ie: 'Rule Britannia, Britannia Rules the waves... Britons never shall we be slaves'. En dat voor een natie die (net als d'Hollanders) gebukt gaat onder haar slavernij verleden... Nu ja, ik zal onze vrienden bij een volgende gelegenheid maar eens roemen om de daadkracht waarmee zij begin negentiende eeuw hun slavernij afschaften, waar wij Hollanders pas decennia later en na felle druk van andere landen daartoe overgingen. Nu we toch op dat onderwerp komen, hoe zijn jullie in Nederland trouwens dit jaar de zwartepietendiscussie doorgekomen? Is dat nog steeds de nieuwe volkssport of is de rage voorbij?

BUURTENDE BUURBOTEN, DEEL 2: HOOG BEZOEK
Twee ochtenden later horen we om half zeven eerst een doffe klap in de verte, daarna motorgeronk en een lopende ankerketting. We staan snel buiten en zien een Lagoon 56 op ons afkomen. Dat is een 17 meter lange, twee verdiepingen (!) hoge catamaran... We krijgen zeg maar Hoog Bezoek.... Hedda grijpt snel een stootwil en ik vier onze ankerketting zo veel en snel mogelijk. Dan is het zover, de cat hangt op onze boeg en blijft haken aan de snubber (een haak en lijn die je over de ankerketting plaatst om het rukken van de ankerketting tegen te gaan). Er vaart nog een speedboot bij en zo'n Amerikaans model sportvisboot met twee verdiepingen. Uiteindelijk rest er niets dan onze snubberlijn doorsnijden, wat de opvarende van de cat doet. Vervolgens drijft de cat weer verder en ankert achter ons.
Hedda houdt de cat af met een stootwil. Even later hangt de cat overdwars voor op onze boot.



Later horen we dat de cat onlangs (met de ARC) de Atlantische oceaan overstak en onderweg roerproblemen kreeg. Na aankomst begon de boot langs de roerkoningen water te maken, waarna beide motoren onklaar raakten. Vanochtend zou de boot door de dubbeldek vissersboot naar een werf worden gesleept, maar toen stopte beide motoren van de sleepboot er ook mee. Dus werd de sleep maar losgegooid en aan haar lot overgelaten. Wij kwamen er goed af; een boot voor ons werd vol midscheeps geraakt en heeft een flinke deuk. We zien de opvarenden geschrokken in de kuip zitten. De cat hield er een gespleten boeg aan over.

Het is belachelijk veel gedoe (we bekijken de situatie door een westerse bril, dat moet gezegd) om de verantwoordelijke, Maurice van Maurice Underwater in Falmouth Harbour, zo ver te krijgen dat hij onze schade vergoed. Alleen de haak die aan de snubber zat kost al vijftig euro dus al met al loopt onze schade ruim boven de honderd euro. Uiteindelijk maak ik --de altijd zo begripvolle Walewijn-- flink ruzie met deze Maurice, pal voor zijn winkel in de jachthaven. Heel theater inclusief boze handgebaren, druk heen en weer lopen en schreeuwen. Echt, ik kreeg er plezier in! Laat iedereen maar weten hoe ontevreden ik ben.

KONINGINNEDAG
Kerst op Antigua. Net Koninginnedag. Natuurlijk zijn we weer op Nelsons Dockyard. Daar gebeurt het met kerst. Feesttenten. Barbecues. Zanger, zangeressen, drumstel, vier elektrische gitaren en allerlei andere instrumenten bij elkaar, boxen zo groot als we in de Carieb inmiddels gewend zijn en champagne die vanuit een met ijsblokjes gekoelde oude roeiboot wordt geserveerd. 
Feest. Met dertig graden en zomerzon doet het ons aan een Caraïbische Koninginnedag denken. Met veel locals verkleed als Caraïbische kerstman. Alleen de vrijmarkt ontbreekt.








BUURTENDE BUURBOTEN, DEEL 3: NIET WEER HE!

'S Avonds bereiden we onze tocht voor de volgende dag voor, als we rond 22 uur flink motorkabaal horen en buiten op korte afstand navigatielichten zien. Buiten zien we een Lagoon 56... (een andere...) in het donker manoeuvreren. Een van de twee motoren is kennelijk uitgevallen en een dinghy bij de boeg fungeertals tweede motor. Vanaf het bovendek (die hebben zulke cats) worden instructies geroepen naar de man in de bijboot. Er wordt druk met zakkammen en schijnwerpers geschenen en flink geschreeuwd. De cat komt overdwars te liggen en de hoge rompen vangen vol wind. Ze komen snel naderbij... Nee he... Niet weeeeeer! De boegman geeft vol gas en weet met zijn 50pk buitenboordmotor de cat net vrij te varen van ons. Ondertussen ligt hun anker in de grond en dreigt met de onze in de knoop te raken. Afijn, ze zijn ze een uur bezig en wij begrijpen niet zo goed waarmee eigenlijk. Als om kwart over elf de boot goed ligt gaan twee personen het water in en met de onderwaterlampen (die hebben dat soort boten kennelijk) aan weten ze een lijn uit de schroef te halen. Om even over twaalf gaan ze weer ankerop en ankeren verderop in de baai.

Op weg naar Jolly Harbour. De zee is hier ontzettend mooi blauw... en we betalen ons ook blauw hier...

KINDEREN ZIJN DUUR OP ANTIGUA
We klaren uit in Jolly Harbour, aan de westzijde van Antigua. Het water kleurt hier prachtig groenblauw, het was al weer een tijd geleden dat we het zo mooi zagen. Net ten noorden van Jolly Harbour is een mooie baai met witte stranden, blauw water en rode rotsen met groene bomen erop. Erg mooi. De Customs heeft nog een aardige verassing voor ons in petto. Quirijn kan geen 'crew' zijn, vindt men op Antigua, want kinderen van twaalf of jonger kunnen geen crew zijn. Ondanks dat Quirijn zo zijn taken aan boord heeft, hij wordt steeds mee zeeman. We moeten zijn vermelding op de crewlist wijzigen in 'passenger'. En dan komt-ie... voor iedere passagier aan boord van een schip mogen we bij het uitklaren 30 US Dollar betalen... Zo'n mooie regel hebben we nog niet eerder meegemaakt. Briljante vondst van de autoriteiten van Antigua. Maar dit soort grappen doet pijn in onze scheepskas.



Voor iedereen die even lekker wil meezingen met deze meezinger uit de tijd van Nelson: Rule Britannia. Als je even niet meer weet hoe de melodie gaat, zie hier.

Rule, Britannia! 
Lyrics

Rule, Britannia! Britannia, rule the waves! 
Britons never, never, never shall be slaves. 

When Britain first, at heaven's command, 
Arose from out the azure main, 
This was the charter of the land, 
And Guardian Angels sang this strain: 

(Chorus) 

The nations not so blest as thee 
Must, in their turn, to tyrants fall, 
While thou shalt flourish great and free: 
The dread and envy of them all. 

(Chorus) 

Still more majestic shalt thou rise, 
More dreadful from each foreign stroke, 
As the loud blast that tears the skies 
Serves but to root thy native oak. 

(Chorus) 

Thee haughty tyrants ne'er shall tame; 
All their attempts to bend thee down 
Will but arouse thy generous flame, 
But work their woe and thy renown. 

(Chorus) 

To thee belongs the rural reign; 
Thy cities shall with commerce shine; 
All thine shall be the subject main, 
And every shore it circles, thine. 

(Chorus) 

The Muses, still with freedom found, 
Shall to thy happy coasts repair. 
Blest isle! with matchless beauty crowned, 
And manly hearts to guard the fair. 

(Chorus) 
Rule, Britannia! Britannia, rule the waves! 
Britons never, never, never shall be slaves