maandag 19 oktober 2015

BEK-WEE

Sinds afgelopen zaterdag zijn we op Bek-wee. ‘Bekwie’ noemden we dit eiland toen we er jaren gelezen over lazen. Of ‘Bekwiea’. Maar nu noemen we het ‘Bek-wee’... omdat alle Amerikanen en Canadezen die in de Carieb rondvaren het zo nemen.

Hedda in Salt Whisle Bay. Walewijn bouwt een zandkasteel (onder de noemer dat Quirijn dat zo leuk vindt, maar ondertussen... )


Quirijn bestudeert de waterkaart
JAN RAP EN ZIJN BOOT
Afgelopen woensdag 14 oktober vertrokken we vanuit de ankerplaats bij Sint Georges op Grenada. Om half zes in de ochtend, omdat we verwachtten dat het een pittige tocht zou worden naar Cariacou. In juni voeren we dit traject ook al en toen zorgden stroom en wind er voor dat we nauwelijks vooruit kwamen. Het was een dag lang beuken tegen de golven in en uitgeput lieten we toen net voor het donker ons anker vallen in Tyrrel Bay. Nu gaat het echter rap. Ontzettend rap. 'Ja logisch', zegt Quirijn, 'want nu hebben we natuurlijk geen aangroei'. En zo is het. Alle beetjes helpen. We hebben bovendien de wind een beetje schuin van achteren en er staat (o hemel zij geprezen!) net als laatst vanuit Trinidad, nauwelijks deining en golven. 

Al om half een plonst ons anker in Tyrrel Bay. We lunchen in de kuip, waarna ik de bijboot in het water takel en de buitenboordmotor monteer. Daarna varen we naar de wal en klaren uit. Terug aan boord is het half drie... Zullen we? Ja, waarom niet?

schoolwerk! Kennen jullie deze nog? Met waskrijt kleuren maken
daarna met zwart waskrijt dichtstiften en dan met een
stokje een tovertekening maken!
We halen ons anker op en zeilen nog heerlijk door naar Clifton op Union Island, zeven mijl verderop, waar we weer voor anker gaan. De omgeving hier voelt al bijna als thuis omdat we hier in juni en juli ook voeren, het is al weer de vijfde keer dat we bij Clifton ankeren. Niet dat we het hier zo geweldig vinden, in tegendeel, het dorp is helemaal gericht op de toeristen die hier komen (voornamelijk charterboten naar de Tobago Cays en dagjesmensen), maar het is de plek om in- en uit te klaren

Salt Whisle Bay
SALT WHISLE
De volgende ochtend klaren we in en zijn we legaal weer in Sint Vincent en de Grenadines. Eind van de ochtend halen we ons anker op en varen door naar Mayreau, waar we ankeren in een baai die we prachtig vinden; Salt Whisle Bay. Hier lagen we in juni ook een aantal dagen. We zwemmen naar het strand en genieten van het mooie weer. Na ruim een week regen, regen, regen schijnt de zon weer. Misschien is dat... omdat het bezoek van een andere Nederlandse zeilboot, de Tisento, weer naar huis terug is? Zij hebben een week lang alleen maar regen gehad.

Het lijkt hier wel de Caraiben...!
Antares in een tropische omgeving.

BEQUIA
Zaterdagochtend vertrekken we rond acht uur en varen 25 mijl verder naar Bequia, Bek-wee dus. We hebben hier, ondanks de naam, nog geen tandarts gezien. Wel een mooi wandelpad direct langs het strand en lange rijen pittoreske restaurantjes, die grotendeels nog gesloten zijn. We zijn duidelijk nog in het pre-season. Het is dan ook nog orkaanseizoen, dus we houden nauwlettend de weerberichten in de gaten. Vanaf begin / half november wordt het hier weer druk met toeristen. Nu zien we al een enkele charterboot, maar verder nog weinig andere cruisers.


MODELBOTEN 
We bezoeken er een modelbotenbouwer waar ik, o, o, o, zooooo ontzettend hebberig van word! Ik hoop ooit nog eens een model van onze Trintella 38 ‘Antares’ te laten maken, maar het begint er al mee dat we geen bouwtekeningen hebben van de romp en zonder dat kan een modelbotenbouwer natuurlijk wel een beetje gokken op basis van wat foto’s van het onderwaterschip, maar echt goed wordt het dan niet en dat zou mij natuurlijk altijd storen. 

Verder hebben we de achthonderd US dollar voor een halfmodel (zo een die je aan de muur kunt hangen) niet direct bij de hand en zeker niet de negenduizend US dollar voor een volledig model...

Nee, wij maken voorlopig nog maar even ons eigen model van Antares, zie onder.


Schaalmodel 'Antares'









We blijven nog een paar dagen in de heerlijke stilte en rust van dit fraaie eiland en willen een schildpaddenfabriek – o pardon, kwekerij- aan de andere kant van het eiland bezoeken. Biologieles voor Quirijn. Hij kan daar zien wat er gebeurt met de eitjes die hij in Suriname zag op het strand toen wij daar ’s nachts de schildpadden bezochten die het strand op kwamen om eieren te leggen.

NOG NIET NAAR HUIS
We gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet... Het neuriet zondagmiddag een tijdje door ons hoofd, nadat we bij een lokale melkboer een aanplakbiljet zien. Ze verkopen in de Carieb melk van het merk 'Dutch Lady'. Als we twee pakken kopen en onze gegevens achterlaten... kunnen we een reis winnen voor twee personen naar ... Nederland! We willen nog lang niet terug, maar ach... even op en neer is zo gek nog niet? We gaan meedoen!

zaterdag 10 oktober 2015

VLIEGWEL EDDY


Tja, dit valt mij zwaar. In Trinidad is een grote vriend van ons weggenomen. Een vriend waarmee ik volgend jaar, 2016, een twintig jaar jubileum zou vieren. Sinds 1996 voeren wij samen op. Beleefden onze eerste gezamenlijke zeilavonturen in een Friendship 22 op de Friese meren. Vele gezellige weekenden zeilend samen met mijn studiegenoten Rosemarijn, Pien en Jan Willem. Mijn vriend immer op zijn favoriete plek aan boord; boven op de vlaggenstok.


Later, toen Hedda in het spel kwam, draaide mijn gevleugelde makker de eerste tochten jaloersig zijn snavel af van de kuip. Maar al snel klikte het geweldig en werden ze de grootste vrienden. Toen Hedda en ik onze eerste zeilboot kochten, had hij een belangrijke stem in de keuze. Het werd een Beneteau First 30 'Zeno', want de rode striping van die boot kleurde zo prachtig bij zijn roze veren, vond hij.

Toen wij met Zeno steeds vaker de Noordzee bevoeren haakte mijn gabber af. Dat grote water was niets voor hem. Een aantal jaren verbleef hij op zolder in een doos, zijn hoofd op een kussentje en lekker ingestopt onder een dekentje.

Toen we hem vijf jaar geleden vertelden over ons plan voor een lange zeilreis, vroeg hij bedenktijd. Een week later klopte hij tegen zijn doosdeksel. Met wat voor een boot we dan dachten die reis zo nodig te moeten maken. Dat weekend namen we hem mee op Antares. Met zo'n boot, vond hij, kun je alle oceanen aan. Hij ging mee!

Sinds vorig jaar zat hij weer op zijn favoriete plek aan boord. De vlaggenstok. Hij was de koning te rijk, want waar hij op Zeno zijn stok moest delen met de nationale driekleur, daar had hij op Antares het rijk voor zich alleen. De vlag hangt bij Antares aan de radarpaal. Bovendien staat de vlaggenstok op Antares links, wat hij een prima statement vond voor zijn politieke voorkeur. Hij bekende dat hij zich op Zeno altijd een beetje proleet had gevoeld, bovenop zijn vlaggenstok op rechts.

Hij was in zijn element aan boord. Alhoewel de zeilreis hem wel zwaar viel, dat kon je zien. De jaren gingen tellen, het knalroze was al lang verdwenen. Zijn veren werden grijzer. Maar hij genoot. Volop. In ons blogbericht over de Commewijne- en Cotticarivier had hij nog een prominente rol.

Vorige week was het opeens leeg achterop Antares. Geen vlaggenstok. Geen vogel. Geen Eddy. Eddy is weg. Verdwenen. Foetsie. We vrezen dat een sympathieke Trinidadiaan onze vogel heeft weggenomen. Gejat. Gestolen. Inclusief vlaggenstok. Het enige dat we terug vonden, was het borgtouwtje dat zijn poot verbond met de zeerailing.

Na negentien jaar zeil-lief-en-leed te hebben gedeeld, moet ik zonder Eddy verder. Maar ik troost mij bij de gedachte dat hij vertrok op het verste punt van onze zeilreis. Dat is niet zo maar. Dat is Eddy. Altijd bereid om de verste uithoeken te onderzoeken. Dat was al zo toen hij in de verste uithoek van Friesland overboord kukelde. En er is meer... 
In een eerder blogbericht schreven wij al over het Asa Wright Nature Centre op Trinidad. Het mekka voor vogelspotters. 166 soorten vogels vliegen daar rond. 166? Nee, zo lezen we zojuist op hun website. Er wordt gefluisterd dat er een nieuwe soort is ontdekt. Nog niet officieel, nog niet wetenschappelijk goedgekeurd, maar toch. De vogelwereld is in rep en roer. En de Asa brochure, waar je de door jou gespotte soorten kunt aanvinken, is alvast aangepast!


Eddy, F.I.P. (fly in peace)

zondag 4 oktober 2015

ONZE MOOISTE ZEILDAG (tot-nu-toe hopelijk)


RONDTOUR TRINIDAD PART TWO
De laatste drie dagen in Trinidad huurden we nog een keer een auto. We laadden twee keer de auto vol met boodschappen en we bezochten in hoog tempo nog een aantal bezienswaardigheden op het eiland. Een spoortunnel uit 1896, waar de laatste trein in de jaren '60 doorheen reed. Sindsdien is er geen spoorlijn meer in Trinidad, maar de 250 meter lange tunnel bestaat nog steeds. Wij reden met de huurauto over het hobbelige zandpad dat nu door de tunnel leidt en zagen duizenden vleermuizen voor de koplampen vliegen.
The Knolly's Tunnel... zou ie voldoen aan de Amsterdamse Tunnel Standaard?
Wegverharding? X Verlichting? X slagbomen? X Intercomsysteem? X
Gescheiden rijrichtingen? X Ventilatiesysteem? X 
... Uhm, Jeroen, Rein, Ruud wat denken jullie? 

een mangat in de tunnelwand. Je kon hier wachten
totdat de trein gepasseerd was. Als je dat nu nog doet,
kun je maar beter een luchpakketje
meenemen... De laatste trein passeerde in 1963.









Bijboot vol boodschappen


Verder bezochten we de 'Magnific Seven'. Zeven grote villa's op een rij langs een park in hoofdstad Port of Spain. De villa's zijn gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw, door plantage eigenaren en personen die rijk werden door de olievondsten rond het eiland. Een villa is nog in particulier bezit, de rest is eigendom van de staat en die zorgt er niet uitzonderlijk goed voor.   In een boekje uit 2008 lezen we dat twee villa's 'momenteel in renovatie zijn'. Nu, in 2015, zijn ze dat nog steeds en zo te zien heeft er in de afgelopen zeven jaren geen activiteit plaatsgevonden die de naam renoveren waardig is.




Ook bezochten we een tempel, die in zee is gebouwd. Er zit een bijzonder verhaal aan vast. Een arbeider bouwde een tempel op land. Hij had echter geen toestemming van de landeigenaren en de tempel werd daarom afgebroken. De man besloot om dan maar een tempel in zee te bouwen en fietste (?) iedere dag naar zee om daar stenen in te gooien en zo een nieuwe tempel te bouwen. Dat deed hij tot zijn dood, dertig jaar later. De tempel was nog niet af. Jaren later liet de regering de tempel afbouwen en nu staat er een tempel midden in zee.














De laatste dag autohuur rijden we naar de Edith Falls. Watervallen die vooral tijdens het hoogtepunt van het regenseizoen prachtig zijn ... Het heeft al een tijd niet geregend. Een local die we vragen of er water is bij de Edith zegt, 'yes, just enough to take a shower... for your feet'. Dat belooft wat. We lopen langs een opgedroogde beek de berg op. Een half uur lang, drie kwartier. Dan vinden we tussen een paar stenen en kleine plas water. We slaan direct ons kampement op en ik vervolg alleen de klim, door de rivierbedding, verder naar boven. 
En duiken maar!
Het is een flinke klim naar boven...
Een paar honderd meter hoger sta ik onder aan een imposante hoge rotswand. Ik haal Quirijn en Hedda op en gezamenlijk klimmen we omhoog tot onderaan de rotswand. Daar stroomt een piepklein stroompje omlaag. Erg weinig water, maar toch imposant omdat het van zo'n grote hoogte afkomt. We douchen onder het vallende water. Het meertje onder de waterval is te zeer opgedroogd om in te kunnen baden.



twee weken Chaguaramas en onze bijboot zit vol
met pollen

















WE HEBBEN WEER GEZEILD! En hoe!
zonsopkomst, achter Trinidad
Na een maand Trinidad zijn we terug in Grenada. Hier is weinig verandert. Dezelfde boten liggen nog op dezelfde plek in dezelfde ankerbaai en iedere ochtend hetzelfde geneuzel van de (voornamelijk Amerikaanse) zeilers op het cruisersnetje. Het is net of we niet weg zijn geweest, maar als we het schone onderwaterschip van Antares zien of door onze nieuwe rompramen naar buiten kijken, weten we beter. En we kijken terug op een prachtig relaxte zeiltocht. Zo lekker als de laatste 81 mijl van Trinidad naar Grenada hebben we onze hele reis nog niet gezeild.
  
FRAAIE OCHTEND
Zonsopkomst met prachtige kleuren
'Tuut, tuut, tuut...'. Woensdag 30 september gaat de wekker al om vier uur. Een klein uur later schuiven we als dieven in de nacht op alleen grootzeil de ankerbaai uit. Met sterren boven ons hoofd en de donkere schaduwen van rotsen om ons heen een haast sprookjesachtig afscheid van Trinidad. Een half uur later verschijnt een gloed aan de oostelijke horizon en kleuren de wolken boven ons pastelroze. Even later verschijnt de zon.

NOG NIET WAKKER
Lekker alleen in de kuip. De mannen slapen.
Om bovenstaand beeld niet te veel te verstoren, heb ik even achterwege gelaten dat er al snel te weinig wind was en de motor bij moest, maar om een uur of zeven is dat leed ook alweer geleden en zet Hedda het voorzeil bij, de windvaanstuurinrichting in het water en de zeilen op halve-tot-ruime-wind stand. Dat is niet alleen de favoriete koers van Antares, maar ook van ons. Zeker onder deze omstandigheden. 'Hoe kan dat nou?' zeg ik als ik, na nog een uurtje bijslapen op de kajuitbank, bovendeks kom. 'Ja, ik snap er ook niks van'. Hedda begrijpt meteen wat ik bedoel. Ze wijst achter zich naar de bergen aan de horizon, de laatste tekenen van Trinidad. 'We zijn al lang uit de luwte van het eiland. Maar nog helemaal niks' zegt ze terwijl ze naar de zee knikt. Wat is hier toch aan de hand? Antares ligt op een oor en stoomt soepeltjes door het water. Normaal rolt de boot van oor naar oor, of beukt de ene na de andere golf op de romp. We zijn er zo aan gewend geraakt, de oceaan is nooit rustig, altijd is er deining in combinatie met de windgolven, a-l-t-i-j-d is er die rommelige zee. Maar nu... Geen schokken, geen klappen, geen lawaai...
Op zee kun je soms de buien prachtig zien ontwikkelen
SURREALISTISCH
Ik wrijf nog eens in mijn ogen en kijk op de kaartplotter. We varen rond zes knopen, met uitschieters boven de zeven. In volledige rust en stilte. Het is Surrealistisch. En het duurt een tijdje tot ik het begrijp. Er zijn geen golven! Geen hoge deining van een storm ergens honderden of duizenden kilometers weg. Geen windgolven die stoeien met de deining die altijd net vanuit een andere hoek komt. Geen stromingsgolven die daar weer tegenin boksen. Helemaal niets van dat. Slechts kabbelende windgolfjes waar Antares haar neus voor ophaalt. 'Dit is toch geweldig' zeg ik. 'Ja, zo zou het altijd moeten zijn. Dan is zeilen heerlijk' zegt Hedda. Alsof we op het IJsselmeer varen. Wind ergens tussen de twaalf en vijftien knopen. Iets ruimer dan halve wind. En wij varen tegen de zeven knopen. Whoeha!


Dit is nog eens zeilen!
... en dit ook !

VRACHTSCHIP
Deel van de extra vracht
Die mooie snelheid komt, dat weet ik ook wel, omdat we een knoop stroom mee hebben. Als je die er van aftrekt, dan gaan we niet bijster hard. Maar we vertrokken dan ook volledig overbeladen uit Trinidad. (Voor de toekomstige 'Vertrekkers' onder de lezers van ons blog, even opletten nu...) Levensmiddelen zijn in Trinidad aanmerkelijk goedkoper dan in de noordelijkere Caraïbische eilanden en dus kochten wij hier de supermarkten leeg*. De voorraadkast met melk, sap en frisdrank is weer zo vol als toen we Nederland verlieten. Onze voedselvoorraad is op pijl, alhoewel 'hagelslag', 'schenkstroop', 'Douwe Egberts koffie' en 'stoopwavels' helaas niet meer op onze inventarisatielijst staan. Tsss... 'stroopwavels' schrijf ik zelfs, met een 'v'. Kun je nagaan hoe lang wij die dingen niet meer gegeten hebben... Verder is onze 800 liter watertank tot de nok - en de dieseltank vrijwel gevuld*. Maar boven dat is het laadruim (de voorkajuit) van Vrachtschip Antares volgestouwd met spullen voor cruisers in Grenada. De afgelopen maand kregen we mailtjes van diverse cruisers of we uit Trinidad producten mee wilden nemen. En zo slepen we extra wijn, bier en sterkere dranken mee (Tax free te koop na uitklaren bij een winkeltje direct onder Immigrations), een voorraad antifouling voor een klassiek Engels zeiljacht en diverse andere producten die niet of alleen tegen hoge kosten op de noordelijkere eilanden verkrijgbaar zijn.

*) 2ltr Coca Cola kost in Trinidad omgerekend 1,78 euro. 5ltr drinkwater kost 1,56 euro. Ter vergelijking, op Union Island mochten we voor dezelfde fles water 5,02 euro betalen (wat we overigens lekker niet deden, maar dat terzijde). Brandstof is ook al een stuk goedkoper dan elders. Zeker bij het tankstation langs de weg; 0,40 euro/liter benzine en 0,22 euro/liter diesel.

MOOISTE ZEILTOCHT
De zonsondergang is al even mooi als de
opkomst vanochtend
En toch varen we soms zeven knopen. Lekker! Maar het gaat vooral in zo'n enorme rust door de vlakke zee, dat dit een unieke zeildag oplevert. Een zeildag uit de brochure! 'Wanneer hebben we eigenlijk voor het laatst zo'n mooie zeildag gehad?' vraagt Hedda. Het blijft een tijdje stil aan boord van Antares. Ja, in de Spaanse Ria's hadden we ook eens zo'n mooie tocht. En in de Algarve een stukje. En in juni, onderweg van de Tobago Cays naar Petit Sint Vincent. 'Maar dat waren stuk voor stuk korte tochten. Hooguit twintig mijl'. Nu varen we de perfect relaxte tocht over 81 mijl. Mennnnnn, wat is dit lekker zeilen! Omdat Antares zo stabiel en rustig op een oor ligt, kunnen we binnen prima uit de voeten, waar we normaal de eerste dag(en) voorzichtig moeten zijn, om zeeziekte te voorkomen. Nu maken we een uitgebreide lunch en tegen de avond pannenkoeken.

AANLOOP GRENADA
Net na zonsondergang naderen we, uren eerder dan verwacht, Grenada. Vanwege het inklaren hebben we de keuze uit twee ankerbaaien. We kiezen voor Clarkes Court Bay die, vanwege riffen, (zeker in het donker) een stuk moeilijker is aan te lopen dan Prickly Bay. 


Grenada in  zicht
Maar we weten dat er meer ruimte is om te ankeren. Op onze kaartplotter hebben we nog een track staan van een maand geleden en dus kunnen we door exact dat track te varen veilig de baai in komen. Hedda geeft vanuit de kajuit (kijkend op de kaartplotter) aanwijzingen en ik stuur Antares bij indien nodig. Quirijn houdt met mij uitzicht op de omgeving. 'Wat zijn die felle lampen Walewijn' vraagt Quirijn. 'Ja, dat vraag ik mij ook af. Ik denk een bedrijf op de kant'. We blijven turen en naarmate we dichterbij komen wordt het eigenlijk alleen maar onduidelijker. Op een gegeven moment denk ik dat het een werkschip is, dat -zo lijkt het- notabene precies voor de ingang naar de baai ligt. Hedda komt ook buiten kijken en we komen er niet zo goed uit. Ik stuur ondertussen voorzichtig op de lichten af. Hedda gaat weer naar de kaartplotter en gebiedt mij direct negentig graden naar bakboord te sturen. Vijf minuten later zien we dat de felle lampen afkomstig zijn van appartementen bij een resort.
Het gele drinkglas is kapot... en nu in gebruik
als kuiplamp. Ik word steeds handiger :-)

De rest van de aanloop gaat voorspoedig en na enig zoeken tussen deels onverlichte geankerde schepen vinden we een ankerplek in twaalf meter water. Plons, anker in het water. Kuiptafel in de kuip. Glazen op tafel en een glas-in-hergebruik=modus zwevend boven de kuiptafel.

De volgende ochtend zien we om ons heen diverse boten die hier een maand geleden ook al lagen. Geen wonder dat die cruisers zich gaan vervelen en zo neuzelen op het cruisersnetje VHF 68.