dinsdag 22 december 2015

Fijne kerstdagen!










Terwijl er in de kajuit van Antares druk geknutseld wordt aan een kerstboom, valt de avond over Falmouth Bay op Antigua. Als we een uurtje later buiten komen, zien we een paar honderd meter verderop tientallen kerstbomen glinsteren in het donker. 'Wat is dat dan?' verwoordt Quirijn onze gezamenlijke gedachte. We realiseren ons al gauw dat het de druk verlichte superyachts
zijn, aan de steiger bij Antigua Yacht Club.







de kerststal, de drie wijzen zijn al onderweg.

We bezochten tijdens onze reis niet eerder een plek waar meer dan twee superyachts bij elkaar lagen. In deze baai, waar we afgelopen zaterdag aankwamen, liggen er meer dan twintig. Overdag al een indrukwekkend gezicht, maar in het donker is het spektakel zo mogelijk nog groter. En helemaal passend bij de tijd van het jaar... kennelijk schrijft de mode in superyachtland voor dat je je boot 's nachts fel verlicht. Dus sieren schijnwerpers alle zalingen. En pronken er boven op de masten rode toplichten; dat is verplicht vanaf een bepaalde masthoogte (ongeveer het dubbele van ons), als waarschuwing voor de luchtvaart. Jaren geleden was dat vast  het ultieme statussymbool voor superyachts: mijn mast is zo hoog dat ik een vliegtuigwaarschuwer moet plaatsen. Maar die tijd is al lang voorbij, tegenwoordig heeft iedereen hoge masten.






Per saldo hebben wij dit jaar in onze achtertuin twintig schommelende kerstbomen. Met schijnwerpers op zalingen als kaarsjes op takken. Met verlichte verstagingen in verschillende kleuren (rode verstaging is momenteel hip, wij wisten niet eens dat het bestond) als rond de boom gedrapeerde slingers. En met de rode lampen bovenop de mast als pieken op kerstbomen.

Weet je wat, we maken gewoon een kerstkaart van al dit toepasselijke tafereel. Tekstje erbij, paar sterretjes als feestelijke versiering en huppakee, daar is ie:






zaterdag 5 december 2015

DOMINICA 'THE AMERICAN WAY'

Amerikanen. We zien ze regelmatig door dorpen wandelen, in taxibusjes of op speedboten. Ze komen van een cruiseschip die 's ochtends in de baai arriveert, waarna de Amerikanen naar de juiste taxibus / boot / huifkar rennen en om 16 uur stipt weer terugkeren aan boord. De toeter van het cruiseschip bromt al over het eiland; iedereen terug aan boord, het cruiseschip vertrekt! Wij voelen altijd een mengeling van weelde (wat heerlijk dat wij toch alle tijd hebben!) en onrust (moeten we ook niet wat hoger tempo aanhouden?). Nu, op Dominica hebben we niet zo veel tijd, dus huren een auto om in een dag zo veel mogelijk te zien. Dominica the Amarican Way, dus. 
---
Onderweg van Dominica naar Guadaloupe. Beetje onstuimig



Verslag: Hedda Visser

Dominica, velen zijn er lyrisch over en hebben het hoog op hun wensenlijstje staan van te bezoeken eilanden in de Carieb. Het is een eiland met prachtige natuur en daar zijn ook wij benieuwd naar. Echter na ons goed te hebben ingelezen in de pilot van Chris Doyle verdwijnt bij ons ieder enthousiasme. Chris Doyle stelt in zijn gids maar liefst 12 lokale boat boys voor met namen als Cobra, Spagetti, Seacat en Lawrance of Arabia, waarmee je absoluut zaken dient te doen. Zij zijn uitermate servicegericht, zo wordt u al op 2 mijl voor uw bestemming opgewacht en begeleidt naar een vrije mooring, uw landvast wordt voor u door de mooring gehaald, daarna zullen zij u naar Customs brengen en regelen voor u de tours over het eiland. Ook kunnen zij voor u uw was wegbrengen, brood halen etc. Ze hebben zich verenigd in een groep genaamd PAYS ( spreek uit als pay us!!). Soms gaat er een mooring op drift en dan is een van de boatboys, Marcus, zo klantvriendelijk om uw boot te redden, maar omdat dit niet in zijn functieomschrijving staat wordt van u wel verwacht dat u hem rijkelijk beloond voor de gedane moeite. We geloven onze ogen niet. Wat is dat voor eiland? Is het echt zo erg? Wij zijn nogal allergisch voor boatboys. En dus varen we met tegenzin naar Dominica. Walewijn hoeft er al helemaal niet heen, maar ik wil toch wel proberen om die 12 boatboys te omzeilen en toch iets op eigen houtje van het land te zien.

Boatboys??
We varen naar Rosseau, de hoofdstad van Dominica. Als we 6 mijl van Rosseau zijn roept Walewijn ineens: "daar begint de ellende". Een bootje komt met hoge snelheid onze richting uit. Tjongejonge het bereik van die boatboys wordt steeds groter! Als hij een paar meter van ons verwijderd is mindert hij vaart en steekt vriendelijk zijn hand omhoog. " Welcome in Dominica" en geeft weer gas. Verbaasd kijken we hem na, waarschijnlijk heeft hij een grotere en luxere boot gespot, maar nee hij vaart richting een paar drijvende petflessen en begint daar een visnet omhoog te halen; een doodgewone visser dus. We varen de baai binnen en verder geen boatboy te bekennen. O ja, toch wel een, maar als we melden dat we een mooring oppikken van het Dominca Marine Center, wenst hij ons een fijn verblijf en scheurt weg. Gaat dat echt zo gemoedelijk?

Boatboys bij Rosseau. Ziet u ze? Wij ook niet.
 De regen afgelopen zomer heeft veel weggespoeld op Dominica. Misschien ook de bootjes van de boatboys.


Toeren, maar hoe?
Vanwege bezoek op Guadeloupe hebben we voor Dominica maar 4 dagen. Direct na aankomst en inklaren zoeken we het toeristenbureau op. Hoe zit het met de lokale bussen? Die blijken niet regelmatig te gaan. De meeste vertrekken 's morgens vanuit de dorpen naar Rosseau en keren in de middag weer terug. Dat wordt niks. Dan hebben we een hele dag nodig om alleen de Trafalgar Falls te zien. We willen meer zien, Emerald pool, Titou Gorge, misschien Middleham Falls. Walewijn bladert in een gids over Dominca en wordt steeds enthousiaster. Dat redden we nooit in 4 dagen. Een auto huren zou praktisch zijn, maar op dit eiland huur je geen auto voor € 20,- per dag. Vanaf 50USD/dag. Vanaf ja. En je dient zelfs nog voor 12USD een lokaal rijbewijs te kopen. We laten de informatie even bezinken en lopen door het stadje.

Rosseau vinden we een prettige stad. Relaxte sfeer, veel gekleurde huizen wat het straatbeeld vrolijk kleurt. De meeste huizen zijn gebouwd om (gedeeltelijk) een orkaan te kunnen doorstaan; een half verdiept liggende kelder gemaakt van steen, met daar bovenop het werkelijke huis in hout. Voorraden worden bewaard in de stenen onderkant en daar verschanst men zich ook als er een orkaan komt. Het houten bovenhuis waait dan waarschijnlijk weg, maar men bouwt men gewoon opnieuw.

op deze foto zie je goed zo'n houten huis met stenen onder verdieping, rechts op de foto, achter de rode auto.



Wifibomen
Het valt ons op hoe vriendelijk de mensen zijn en hoe gemoedelijk de sfeer is. Het stadje straalt ook sfeer uit. Er staan nog vele authentieke Caribische pandjes met balkonnetjes en versierd met siersnijwerk. We lopen naar de Botanische tuin, een prachtig park met bijzondere bomen o.a. een Baobab die tijdens een hurricane in 1979 omgeblazen werd en een schoolbus verpletterde. De schoolbus was gelukkig leeg en ligt nog steeds onder de immense stam.
 
Een zeer bijzondere soort is de Wifiboom. In het gehele park is gratis WiFi. Daar worden cruisers blij van.

wifi boom. 


Nog een wifiboom in de botanische tuin. Zouden alle ministammetjes als antenne werken?
Uiteindelijk besluiten we toch maar een auto te huren. Dat scheelt tijd. Zo kunnen we in 1 dag 3 plekken bezoeken en het is goedkoper dan een toer met een lokale gids.

Nog even lekker voetballen en dan het eiland verder bekijken.


Emerald pool
De volgende dag worden we door het verhuurbedrijf opgehaald bij het Marine center. Wat een service, ik word er argwanend van, maar echt het zit bij de prijs inbegrepen! -Mag ook wel voor die prijs trouwens- Zelfs het lokale rijbewijs zit in de prijs.
Om half negen zijn we op pad. We bezoeken als eerste de Emerald pool. Een waterval die zich uitstort in een poel gelegen in het tropisch regenwoud. Als we daar aankomen zijn we de eerste en enige bezoekers.

Regelmatig wordt Dominica aangedaan door cruiseschepen. Die spuien in een mum van tijd een lading toeristen over het eiland uit, waardoor het bij de natuurattracties dringen geblazen is. En daar waren wij wel bang voor. Wij doen deze dag namelijk een toer langs de meest bekende plekken van Dominica. Maar gelukkig bij de Emerald pool blijft het rustig.

De wandeling naar de Emerald pool vind ik een verademing vergeleken met het geklim en geklauter bij de andere watervallen die wij bezochten in Suriname, Tobago, Trinidad en Grenada. Daar kwam je bezweet en uitgeput aan. Hier niet, hier loop je in 10 minuutjes over een mooi aangelegd pad met routebordjes en zelfs vuilnisbakken. Maar als we aankomen bij de poel stel ik direct mijn mening bij. Het water is koud, ijskoud!! En omdat we nu niet bezweet en afgepeigerd aankomen, is het niet echt de heerlijke verfrissing. Even snel maar wat foto's nemen en door naar de volgende attractie, Titou Gorge.

er voert gewoon een aangelegd pad inclusief bruggetjes naar deze watervallen! Dat zijn we niet gewend.

en op het pad vinden we allemaal bordjes, bankjes en een prullenbak. Het lijkt wel de Efteling!

Nijlpaard mag vandaag van Quirijn ook mee

Dit is um dan.


Titou Gorge
de vermaakbus (nu ja, een van de vier die we tegenkomen)
Het is niet moeilijk om de weg naar Titou Gorge te vinden. We rijden achter 3 vermaakbusjes die zojuist een lading toeristen hebben opgepikt bij het cruiseschipdock. We willen niet met deze horde dringen bij de Titou Gorge, dus nemen we nog een detour.

De Titou Gorge is een waterval in een grot, je zwemt eerst door een spleet in de rotsen en komt via een aantal tussen'kamers'vervolgens bij de waterval uit. 

Bij de waterval staat een sterke stroming en dus vind een jongen die volgens zijn shirt de lifeguard is dat wij kurkjes om moeten. Voor ik het in de gaten heb sta ik met een blauw kurkending om mijn middel. Tjongejonge, zo'n ding heb ik sinds dat ik zes was niet meer gedragen. "Two USD", mompelt hij. Wacht even...is dit echt nodig? Hij staat half voor een bord met regels. Ik kan nog net het wordt "recommended" lezen. Dat is iets anders dan " prohibited". Ik vraag door. "Als ik alleen voor de grot blijf zwemmen dan hoef ik niet zo'n ding om". Op dat moment komt een stel uit de grot gezwommen zonder enige hulpdrijfstukken. Ik doe mijn kurkjes af en zeg dat ik het wel red zonder. Met Quirijn op mijn rug zwem ik de grot in. De stroming wordt richting de waterval sterker. Met Quirijn op mijn rug red ik het niet om helemaal bij de waterval te komen. Had ik dan toch maar......? Gelukkig redt Walewijn het wel en maakt een mooi filmpje. Het schijnt dat op die plek ook een scène is opgenomen van Pirates of the Caribean.
ingang naar de grot








Trafalgar Falls
De laatste attractie voor vandaag zijn de Trafalgar Falls. We hebben geen idee wat we daarvan moeten verwachten. De reisgidsen hebben het over 2 watervallen. De papa en de mama met daaronder een poel waar je in kan baden. Maar ook dat het heel toeristisch is.



Wat we zien is overweldigend. Twee hoge watervallen die met een geweld naar beneden denderen naar een vallei bezaaid met immense rotsblokken. Wat een natuurgeweld moet hier zijn geweest en waarschijnlijk nog niet eens zo lang gelegen. Dominica werd namelijk afgelopen augustus getroffen door tropische storm Erika. In een korte tijd viel 254mm regen waardoor er van de bergen verwoestende massa's water naar de valleien stroomden en flink wat dorpen schade heeft toegebracht. 

zo veel rotsen, daar voelen we ons nietig bij.



Een mooiere speeltuin bestaat niet. Voor vader en zoon het ultieme speelpaleis. We blijven zo lang, dat de parkeerplaats helemaal leeg is en alle toeristenwinkeltjes gesloten tegen de tijd dat wij vertrekken. 

Op de terugweg zien we welke sporen het heeft nagelaten. Een weg is compleet weggeslagen, we zien af en toe een autowrak langs de rivierbedding en huizen die gedeeltelijk zijn weggezakt.


Uhm... ja. We kunnen niet verder. De weg is weg, door de grote regenval van afgelopen zomer. Er wordt hard gewerkt aan een nieuwe brug. Wij keren om, we hebben te weinig tijd om te wachten tot de nieuwe brug klaar is...


auto naar beneden gespoeld


Uit eten
Als we terugkomen bij de ankerplek zien we een grote Nederlandse vlag wapperen. De Verleiding is ook gearriveerd tot onze verrassing. Wij hadden verwacht dat zij nog een tijdje op Martinique zouden verblijven en zij dachten dat wij al weer door waren naar Guadeloupe. Niet dus. We besluiten om met elkaar in het stadje wat te gaan eten. Het is vrijdagavond en het blijkt zeer moeilijk te zijn om een restaurantje te vinden dat open is. 
Een typische Cruiseschip reiziger

We komen uiteindelijk terecht bij een bar dat zichzelf ook uitgeeft als restaurant. Het zit op een hoek in een oud pandje op de eerste verdieping met een balkon over de gehele hoek. Het interieur is "authentiek". De vloer is bekleed met diverse restanten vinyl en het meubilair zijn volgens mij overblijfselen van een evenement. Er is geen menu. Ze hebben gefrituurde vis met patat. Dat zien wij niet zo zitten. Dan blijkt kip ook wel mogelijk. Walewijn ziet een van de personeelsleden met een portemonnee onder haar arm richting supermarkt lopen. Daar wordt dus onze kip gehaald. Dan is die in ieder geval vers. Echter wordt alles flink in hetzelfde frituurvet gebakken zodat alles hetzelfde smaakt. Bij zulke gerechten dien je cola of bier te drinken. Dat dood de ergste bacteriën.

De volgende dag varen we naar de meest noordelijke baai van Dominica, Portsmouth. De volgende dag vertrekken wij richting Point-a-Pitre op Guadeloupe. Waar wij op 4 december bezoek uit Nederland ontvangen. En nee...het is niet Sinterklaas.

Onstuimige overtocht
De tocht naar Guadeloupe is onstuimig. De wind blaast behoorlijk door en er staat een flinke deining. Wel hebben we sinds een lange tijd weer vol tuig staan. Tijdens de oversteek misten we 2 zeillatten bovenin. Die waren gebroken, waardoor het grootzeil niet helemaal vlak getrokken werd. Daardoor voeren we meestal al snel met een rif in het zeil om het klapperen tegen te gaan. Nu konden we zelfs met 23 knopen nog steeds met vol tuig varen. En hard dat we gingen!!! Maar het was wel een gestuiter en flinke golven kwamen over dek. Hieronder een impressie.
Bijschrift toevoegen
... deze foto kent u al van helemaal boven aan dit blogbericht. Maar ach, in zw/wt is ie ook leuk.


donderdag 3 december 2015

TWEE WEKEN IN FRANKRIJK!

L A     F R A N C E   in optima forma

Even geen Caraibisch voedsel
Tijdje geleden dat we een bericht plaatsten? Jazeker. Dat komt, we waren een paar weken in Frankrijk. Heerlijk hoor, na al die maanden in de Carieb. Even geen kip, rijst, rum, broodfruit en Caraïbische dollars, maar een cordonbleu (ja, ook kip, maar toch), feta, stokbrood, wijn en euro's. W I J N !!! Whahaha, schappen vol en voor prijzen die we thuis gewend zijn. Wat een feest. In de Caraïben kunnen we ook wel wijn kopen, maar een flesje van het merk dat we in onze studententijd dronken omdat ie zo goedkoop was, kost in Grenada zeventien euro... - en is ook daar een van de goedkopere.

Lekker voetballen dans la place du Sainte Anne

BOULANGERIE
De avond voor Hedda's verjaardag komen we in Frankrijk aan en 's ochtends spoeden Quirijn en ik ons naar de Boulangerie voor vers stokbrood, croissants en Gebak. Met een hoofdletter ja. Zelfs nadat alle gebakjes (a 3,80 euro) omgekeerd op de grond belandden smaakten ze nog zalig. 

Hedda's verjaardag vieren we groots. Nu ja? We begroten iedere maand van onze reis om de kosten in de hand te houden en deze maand kan onze boekhoudster (Hedda dus) 'tevreden zijn'... de kostenpost 'cadeau / etentje verjaardag Hedda' valt een stuk lager uit dan vooraf begroot... :-)

We hebben even bij het restaurant hiernaast voor de menukaart gestaan en stonden zelfs op het punt daar eens 'op sjiek' te eten... ondanks dat een flesje wijn er vanaf 42 euro kost. Toen toch maar een deur verder. Crepes, lokaal rummetje en een paar sapjes voor totaal 28 euro. Ach, de sfeer is er geweldig en het eten goed. De berichten uit Parijs zijn natuurlijk minder, maar dat gold ook bij het restaurant met de dure wijn.


VIVE LA FRANCE!
En dan dat verkeer... We rijden rechts, sturen links en schakelen rechts en met de hand. Vierbaanswegen. Straatnaamborden. Wegbewijzering. Strepen op de weg. Afritten. Klaverbladen. Peugeots, Citroens, Renaults. Hotel de Ville. La Poste. We zien een Carrefour. Een Hyper U. Gallerie LaFayette. De Decathlon. 

'Hee... Decathlon zei je? Dan zijn we de afslag al voorbij. We moeten terug'. Er is simpelweg te veel Frankrijk, te veel Europa, te veel 'thuis' om nog goed op onze richting te letten. Rondrijden door Frankrijk is een feest als je al een jaar niet in Europa bent geweest.
Het is best druk op de (pre-)Peripherique van Parijs, ook al zijn we er na de spits.

LA CAMPAGNE
Geen tropisch regenwoud,
maar gewoon Franse weilanden

Op maandag 20 november maken we een lange wandeling vanuit het Franse dorpje Sainte Anne door een bos langs de kust. 

Vanaf Pointe Dunkerque kijken we uit over de oceaan, de zee blijft trekken natuurlijk. Terug lopen we via het platte land. Over een Frans paadje, langs Franse weilanden, Franse koeien, Franse bomen en struiken. Electriciteitspalen van de EDF - de Franse energiemaatschappij. Zelfs de vogels fluiten Frans, volgens Hedda. 



Tijdens de wandeling is er tijd voor school. We zien diverse dieren, bomen en struiken. Quirijn leert de onderdelen van de boom kennen en we vinden paddestoelen.


We genieten van het heerlijke zachte Frans najaarsweer en verbazen ons dat de bomen nog zo groen zijn in dit jaargetijde.


Een wandeling 'bij Hedda's ouders in Soulans'.


'Bonjour monsieur, madame...' de postbode rijdt voorbij in zijn gele Renault Kangoo. 'Zou hij post hebben voor mijn ouders' vraagt Hedda zich af, 'dan kunnen we dat wel even voor hen meenemen. We lopen er toch heen'. 

Quirijn moet lachen. 'Nou, dat is dan best ver lopen' roept hij en toont zich daarmee de enige van ons drieën die nog bij zijn volle verstand is; 

... een kilometertje of vierduizend lopen waarvan 99,999999 procent over zee.


...want we zijn niet in Frankrijk zelf, maar in een Franse DOM (departement d' outremer). 

... We zijn op Martinique.



Daar dus.



tekening en verjaardagscadeau van Quirijn... die natuurlijk meer oog heeft voor de taart

Op Martinique kunnen we weer Europese producten kopen. Voor (bijna) Europese prijzen.
Whahaha! Zo doen we boodschappen op Martinique. Niet met zware boodschappen een half eiland over, maar 'gewoon(!)' met de boodschappenkar tot aan de dinghy. Wat een luxe! Die dinghy van ons is overigens inmiddels meer dan versleten. Zal binnenkort wel vervangen moeten worden door een ander boodschappenbootje.



FERMÉ ET DISCONNECTÉ
Maar waarom dan zo lang radiostilte, zult u denken. Antares is in Europa, dus een berichtje op de website moet toch niet te veel moeite zijn? Toch wel, beste lezer, toch wel. 

Het begon al op Hedda's verjaardag. Natuurlijk wilde ze haar e-mails met de verjaardagsfelicitaties van jullie allemaal lezen en uitgebreid Skypen met haar ouders. Weinig kans. Een internetkaart bleek niet te krijgen* dus moesten we uitwijken naar een café-met-internet. Maar, die waren allemaal dicht! Vanwege lunch (van het personeel dan), verbouwing, ziekte, vrijdag-zijn-we-altijd-gesloten, gewoon zomaar, vakantie en nog meer redenen. Uiteindelijk bracht Hedda haar verjaardag grotendeels in de Mc Donalds door om via een traag netwerk toch nog wat mailtjes te kunnen lezen.

Gelukkig weet Sinterklaas ons wel te bereiken.
We hadden het ons ietsje anders voorgesteld, dat terug-in-Europa. Dachten zelfs hier misschien wel weer bereik te hebben met onze T-mobile Nederlandse nummers, wat in Suriname en zelfs Tobago nog wel het geval was maar daarna niet meer. Nou, hier dus ook niet. Men is hier Fermé en wij zijn Disconnecté.

  




en maar wachten...
In de navolgende anderhalve week bleef de zoektocht naar internet een terugkerend thema. Er moeten betalingen worden gedaan, mails verstuurd en ontvangen, zaken afgehandeld. Het is ongelooflijk hoe verslaafd je bent aan internet. Maar we troosten ons. In het pre-internet tijdperk moesten zeilers post laten opsturen naar havens, waar ze dan vervolgens om allerlei redenen zelf niet konden komen. Of de post kwam te laat en de zeilers waren al vertrokken. En zeilers brachten dagen door op postkantoren om dingen verzonden of ontvangen te krijgen.

Wat dat betreft hebben wij het nu gemakkelijk, al hadden wij op Martinique beter internet verwacht. Nee, dan Dominica, waar we eind november heen varen. We wandelen er door een Botanische tuin in hoofdstad Rouseau en 'plung!' zegt onze IPad. Als we eens goed om ons heen kijken, zien we op alle eeuwenoude bomen een bordje 'free wifi'. Gratis en voor niets, één en al WiFi-tree in dit park. Zo kan het dus ook!

*) in de Carieb kopen we op de diverse eilanden een lokaal telefoonnummer bij Digicel, waar we dan internetkaarten op kunnen kopen. Zo hebben we via onze mobiele telefoon internet en daarmee ook op de laptop en IPad. Meestal ontzettend traag, maar met veel geduld kunnen we dan iig mailtjes lezen. Op Martinique werd ons verzoek om een internetkaart beantwoord met 'non, pas possible'. Waarom dan niet, daar kon mevrouw geen antwoord op geven. Pas anderhalve week en vele pogingen bij diverse Digicel winkels later, bleek dat er al twee weken een netwerkstoring was bij Digicel Martinique.

DUIZEND EN EEN EN EEN HALVE ZEILBOOT
'En nog een boot en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en nog een en... <etcetera>'. Ik vroeg Quirijn hoeveel zeilboten hij denkt dat er op de ankerplaats bij Le Marin aan de zuidkant van Martinique liggen. Na een-en-twintig gaat hij over in de en-nog-een variant en houdt dat een tijd vol. Vermoedelijk weet niemand hoeveel zeilboten hier liggen. Het begint al met de afbakening; wat versta je (nog) onder zeilboot? 

De Marina's (totaal ruim duizend ligplaatsen) is makkelijk. Het middengebied van de mooring- en ankerplaatsen (waar wij liggen) ook. Maar de randen van de baai zijn lastig. Waar je rond het Centraal Station van Amsterdam struikelt over de vergeten fietsen, wemelt het hier van de afgedankte boten.


 'Moet er nog met de boot gezeild kunnen worden?' We maken een toertje met onze dinghy langs de mangroves, waar zeilboten aan het einde van hun levensfase kennelijk belanden. We vragen ons af welk criterium we zouden hanteren voor een zeilboot telling in deze baai. 'Een boot moet drijven'. Ja, dat is een logische. Er liggen heel wat gezonken boten, van sommige zien we alleen nog de mast of een stukje boeg. Die tellen we niet mee. We kijken onze ogen uit. Sommige boten lijken net uitdragerijen. Het dek vol met oud schroot, rommel en nog meer rommel. Masten wankelen op dek of zijn al omgevallen, het onderwaterschip aangegroeid als het Great Barrier reef boven Australië. Tellen die nog mee? 'Ja. Er wonen mensen aan boord, dus die tellen mee'. Logisch.



We varen een volgend 'drijvend dorp' binnen en zien een half gezonken boot; de voorpunt onder water en dan vanaf midscheeps droog. De kuip torent schuin een eindje boven water uit... en in die kuip zitten twee mensen aan de koffie (we durven er geen foto van te maken)... Die wonen gewoon nog op die boot! Uhm... Tja, hoe tellen we die? Quirijn stelt voor om hem half te tellen. Na een middagje door de mangroves houden wij het op: (tien)duizend en een en een halve zeilboot. Zo veel als hier bij elkaar liggen, hebben wij in ieder geval in ons leven nog nooit gezien!



Na onze toer bezoeken we nog een verjaardagsfeestje op de haven van Le Marin. Er wonen hier veel mensen op hun zeilboot en dus ook veel kinderen. 's Ochtends is het een grote drukte op de ankerplaats. Dinghys vliegen over het water. Kinderen naar school brengen, naar het werk, de wat oudere kinderen varen met hun eigen dinghy naar de wal om naar school te gaan. We ontmoeten een Frans stel met twee kleine kinderen, we zagen hen eerder in Grenada al. De jongste wordt twee jaar en wij zijn ook uitgenodigd op de verjaardag.

BOUWEN IN STAAL
Hoewel het ons geweldig bevalt rond Le Marin en Sainte Anne, moeten we verder. Begin december krijgen we bezoek uit Nederland op Guadeloupe, beetje tempo maken dus en na een nachtje ankeren in super helder water bij Petite Anse d'Arlet gooien we vrijdag 20 november ons anker uit bij Fort de France, de hoofdstad van Martinique. Ach ja, van alles beleefd daar, maar om het blogbericht nog enigszins behapbaar te houden, laten we onze beschrijving over de stad en de geweldige hoeveelheid regen die er in korte tijd viel en zo maar achterwege.
Vrijdag en zaterdag bezoeken we nog eens Fort de France. Eerst de Digicel winkel. Nee, geen internet mogelijk, maar dat wist u al.


Dan bezoeken we het (wat mij betreft) architectonische hoogtepunt van de stad; Bibliotheque Schoechler. Daar word ik erg blij van. Het gebouw stamt uit 1886 / 1887 en is speciaal ontworpen voor de Wereldtentoonstelling van Parijs van 1889.

 Gebouwd door de Eiffel Engineering Company. Na de tentoonstelling is het gebouw afgebroken, per schip naar Martinique gebracht en hier weer opgebouwd. Het leuke van het gebouw is, dat er veel staal in is verwerkt. Eind 19e eeuw was staal als bouwmateriaal revolutionair. Vernieuwend. 


Maar architectonisch gaf dat in het begin nog nauwelijks doorbraken. En dus heeft dit gebouw klassieke bouw vormen, maar dan in plaats van in steen en hout, in staal. Net als het Paleis van Volksvlijt in Amsterdam dat had. Het onderhoud laat momenteel te wensen over, wat het gebouw extra mooi maakt omdat het roest door de zuilen heen te zien is. Helaas is de bibliotheek net gesloten, we zijn tien minuten te laat om de binnenkant te zien. Whaaaaaaaahhhhhhh.... Door die rot Digicel natuurlijk...

Lokale zeilboot. Geen zwaard; de opvarenden hangen aa peddels overboord om de boot rechtop te houden.


REGENMETER
'Als we nu even snel boodschappen doen, kunnen we vanmiddag nog naar Trois-Ilets' zegt Hedda. Tussen hier en Guadaloupe ligt ook nog Dominica en dat willen we jog bezoeken voor ons bezoek in Guada arriveert. Als je bezoek krijgt, moet je altijd haasten. Het kan zo maar even tegenzitten. Doordat we een week in Rodney Bay op Sint Lucia lagen (vanwege de passerende tropical wave die later uitgroeide tot hurricane Kate) hebben we haast. Om 13 uur halen we het anker op. 'De dieptemeter doet het niet' zegt Hedda. Zonder dieptemeter kunnen we geen kant op met alle ondieptes in de Carieb en omdat we overal (moeten) ankeren. Dus laten we het anker weer zakken. Onze dieptemeter is een regenmeter geworden; inde behuizing staat drie centimeter regenwater.

Elektriciteit en water gaan niet samen en hoewel we voorzichtig de printplaat en alle andere onderdelen drogen, vermoeden we einde-dieptemeter. Dat brengt dan onze planning in de war; als we een nieuwe moeten kopen en monteren zijn we zo dagen verder. Inmiddels ligt de hele boot overhoop want zo gaat dat met een klein klusje. Meter demonteren maar daarvoor moet de hele opbouw boven het schuifluik worden gedemonteerd. Bedrading doormeten, daarvoor moeten de trap en een aantal schotten weg. Schakelaar demonteren en solderen. Soldeerspullen opduiken uit een bakskist. Zekeringen nameten en vervangen, gebruikshandleidingen op tafel en speciale spray van onder een kajuitbank.

Om 17.30 uur werkt de dieptemeter weer. Yes! Het is al wel te laat om nog naar Trois-Ilets te varen, hoewel slechts 4,5 mijl varen. Over een half uur is het donker en de aanloop naar het dorpje aan de andere kant van de grote baai van Fort de France is vol koraalriffen en andere ondieptes. Niet iets om met donker aan te lopen. Bovendien werkt de dieptemeter nog in proefopstelling, alles moet nog in elkaar worden gezet en teruggeplaatst. Om 23 uur verdwijnt het laatste gereedschap in de lade. Als u zich afvroeg wat wij zoal doen op een dag, nou dit dus. Een dieptemeter repareren kost tien uur.

TROIS-ILETS
Ik schreef al twee keer het kopje 'Trois-ilets' boven een alinea, maar steeds kwamen er andere dingen op 'papier' en zo ontstonden de kopjes 'bouwen in staal' en 'regenmeter' boven die teksten. Als we zondagochtend wakker worden, dreigt 'Trois-ilets' wederom te sneuvelen. Ditmaal door de 'Oosterdam', een cruiseschip van de Holland Amerika Line die net de baai binnenvaart. 



Maar ik laat het deze keer niet weer gebeuren en houd boven deze alinea het kopje in stand. Dus hierbij alleen een vermelding dat we onze --versleten-- (sorry mijn beste IBA-advies collega's!) Nederlandse vlag extra in het zicht hangen en daarmee vlak langs de Oosterdam varen. Daarna dan eindelijk door naar het dorpje van de alinea titel.

DICHT
In Trois-Ilets proberen we eerst invulling te geven aan onze primaire levensbehoefte: i n t e r n e t. Zweet op ons voorhoofd, trillende handen, als internet-junks met afkickverschijnselen schuiven we door het dorp Helaas. De drie café/restaurants die schouder aan schouder aan de boulevard liggen zijn gesloten, de winkels zijn dicht, de bibliotheek, het informatiecentrum, de bakker, de luiken van de huizen zijn dicht, zelfs de de kerk is gesloten -op zondag-.

Plantage van Josephine. Helaas... dicht
De kerk trouwens, waar naar verluidt Josephine is gedoopt, de lief van Napoleon. Die kerk hadden we wel even willen bezoeken, maar dicht is dicht. Buiten het dorp moet ook nog ergens de plantage zijn waar Josephine eind 17e eeuw werd geboren, maar ja... Eerst internet! We lopen het dorp uit naar de golfbaan, daar is een restaurantje en kunnen we misschien even wat drinken... voor een goede WiFi verbinding! Onderweg komen we een bordje tegen dat verwijst naar de plantage van Josephine. Hee, als we toch op de juiste weg zitten... We besluiten het er op te wagen en om 14.40 uur komen we bij de plantage, wat tegenwoordig een museum is... Dat op zondag sluit om14.30 uur. Gelukkig vergat men het hek naar de ruïnes van de suikerriet perserij te sluiten zodat we toch nog wat kunnen zien. Op de terugweg lopen we langs het restaurant van de golfclub... Net dicht.

VULKAANUITBARSTING 1902
Maandag varen we ruim twintig mijl noordelijk en ankeren bij Sint Pierre. Op 8 mei 1902 barstte de nabij gelegen vulkaan Pele uit en bedolf het stadje. Door de giftige gassen van de vulkaan overleden alle bijna 30 duizend inwoners. Hoewel de vulkaan al weken actief was, is Sint Pierre in de dagen voorafgaand aan de uitbarsting niet ontruimt. Martinique had net een nieuwe gouverneur en die durfde het niet aan de toenmalige hoofdstad te ontruimen vanwege de economische schade die een (onnodige)ontruiming tot gevolg zou hebben. Ook twaalf schepen die op de rede voor anker lagen zonken, een enkel schip kon nog op tijd wegkomen. We ankeren tussen boeien die de gezonken schepen markeren.



Saint Pierre is herbouwd op de resten van de oude stad. Overal zie je restanten uit 1902. Ruïnes van huizen, een theater, de gevangenis (een gevangene overleefde als een van de weinigen de ramp vanwege de dikke celmuren), de kathedraal, een oude straat, maar ook nieuwe huizen bovenop oude restanten. Het is fascinerend en verrassend om te zien. Ooit bezocht ik met mijn ouders Pompeii, de stad die in de Romeinse tijd bedolven werd door een uitbarsting van de Vesuvius. Dat was indrukwekkend, maar dit is eigenlijk nog veel fascinerender omdat het slechts een eeuw geleden plaatsvond en omdat een nieuwe stad is gebouwd tussen en op de ruïnes van de oude stad.








BEAUREGARD - MOOI UITZICHT DUS
Dinsdag 22 november klaren we uit, bezoeken daarna de ruïnes in Saint Pierre, doen boodschappen, varen terug naar Antares om de boodschappen uit te laden, varen daarna met de dinghyeen eindje de stad uit naar een strand. Het strand is zo hoog, dat we onze dinghy ontmantelen omdat hij anders te zwaar is om het strand op te slepen. Ankertje eruit, kettingen eruit (waarmee we de boot op slot leggen), jerrycan benzine eruit, alle tassen voor de wandeling eruit, buitenboordmotor eraf en dan slepen we de dinghy naar een boom waar we alles weer met de ketting vastleggen.

Vlak bij dit strand is een Gauguin museum. We hebben wel weer eens zin in wat impressionisme, maar helaas... wegens renovatie gesloten. Misschien maar beter ook, want we willen vandaag ook nog naar het Canal de Beauregard. Om bij het startpunt te komen moeten we een steile klim maken over een slingerweggetje. Hoewel we het grootste deel lopen, krijgen we gelukkig nog een lift van een lokale bananenplantage werker, die naar eigen zeggen groot Ajax fan is. Hij noemt een aantal spelers van Ajax om zijn kennis te bewijzen, maar ja, wij hebben geen idee welke verwende jongetjes daar voetballen, dus dat zal allemaal wel. Canal de Beauregard is een vier kilometer lang smal kanaaltje (30 tot 50 centimeter breed), aangelegd door slaven op 300 meter hoogte tegen een steile helling van een berg aan. Zo kon water worden aangevoerd voor een rumdistilleerderij.

Het is nu een wandelpad, waarbij je over het muurtje loopt dat het water geleidt. Nauwelijks vijftig centimeter breed, met ernaast een diepe afgrond. Te smal om tegenliggers te laten passeren, dan moet je echt even met elkaar een oplossing zoeken, meestal zet een van de richtingen een been over het kanaaltje en de handen tegen de berg waarna de andere richting met een uitbundig 'merci' passeert. Geen wandeltocht voor mensen met hoogtevrees, maar het uitzicht is fenomenaal mooi en de rust overweldigend. Op sommige plekken is iets meer ruimte en daar lunchen we met onze meegenomen stokbrood en kaas, met een prachtig uitzicht op de bergen om ons heen en het dal. We lopen maar een deel van het pad, want we moeten ook weer helemaal terug lopen naar het dal waar onze bijboot ligt.









MARTINIQUE ALS LANDINGSPLEK?
Woensdag 23 november zeilen we 36 mijl noordelijker naar Dominica. Het is een snelle overtocht, we hebben sinds Grenada weer goede zeillatten boven in ons grootzeil (de originele zeillatten van ons nieuw grootzeil bleken te stug en braken steeds), waardoor we nu weer met vol tuig kunnen varen. Met snelheden van regelmatig ruim boven zeven knopen stuiven we over een woelige zee naar het noorden.

Onderweg naar Dominica evalueren we onze ervaringen op Martinique. Het was voor ons een geweldig feest (o.k., buiten internet dan) om weer echt even in Europa te zijn, nadat we ruim negen maanden geleden op de Canarische Eilanden de Europese deur achter ons sloten. Veel zeilers kiezen Martinique als landingsplek na de oversteek van de Atlantische Oceaan. Wij zouden, zo bedenken wij ons onderweg naar Dominica, zo'n landingsplek als een deceptie ervaren. Dan heb je zo ver en lang gevaren, om gewoon in Frankrijk aan te komen. Met Franse huizen, auto's, kentekenplaten, mensen, euro's etcetera. Wij zouden een aankomst op een meer authentiek eiland als Tobago of desnoods Grenada, prefereren. Of zoals wij deden, Suriname.

In Dominica hebben we maar weinig tijd en ach, er is ook weer zo veel te zien. Maar daarover binnenkort op deze website meer. Dat wil zeggen, Internet en weder dienende...